21 november 2024

De vergeten Limburgse Tourheld

Marcel Kerff uit Teuven, St. Maartensvoeren werd 6e in het eindklassement en daarmee de best geklasseerde Belg in de eerste Tour de France, waarmee hij zeker een plaats in de geschiedenisboeken van de wielersport verdiend. Marcel, een slagerszoon, stond bekend om zijn stalen uithoudingsvermogen. Vanuit zijn woonplaats in de Voerstreek fietste hij blijkbaar regelmatig met zijn broers naar Parijs om daar in de groothandel grote stukken vlees te kopen. Een tripje van 600 km waarover ze slechts twee dagen deden. Het vlees werd uiteraard met winst in de familiale beenhouwerij verkocht. Alleen al door die prestaties verdient Kerff de titel van Eerste Flandrien. Op de eerste dag van de Eerste Wereldoorlog werd Marcel gevangen genomen. Ze verdachten hem er van om een spion te zijn. Toen hij zijn protest uitschreeuwde, sneden de Duitsers zijn tong uit en werd de ongelukkige opgehangen en met andere burgers en gedumpt in een massagraf. Op het kruispunt van Moelingen-Gravensvoeren staat een monument ter nagedachtenis van de overleden renner, een gepaste locatie: haast op de kruising van de wielerklassiekers Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik.

Ik las in het Limburgs dagblad van 2 Juli 1988 dit interessante artikel destijds geschreven door DE Nederlandse kenner van de Tour:

Bennie Ceulen

Precies vijfentachtig jaar geleden werkte Henri Desgranges, de hoofdredacteur van de toenmalige Franse sportkrant I’Auto, het idee uit van zijn rechterhand Géo Lefèvre. De geboorte van de Tour de France werd op de eerste rittenwedstrijd in de nog jonge wielergeschiedenis omvatte zes monsteretappes. Het was het tijdperk van de heroïek. Slechte wegen, loodzware fietsen zonder versnellingsapparaten, geen volgauto’s met reservemateriaal, geen gereserveerde hotels en vrijwel geen verzorging. De renners, die toentertijd als onwezenlijke supermensen beschreven werden, waren volledig op zichzelf aangewezen. De Fransman Maurice Garin won de eerste editie van de Ronde van Frankrijk. In het eindklassement van die memorabele Tour eindigde ook een Belg in de voorste gelederen: Marcel Kerfl uit het op een boogscheut afstand van Eijsden gelegen grensplaatsje ’s Gravenvoeren.

Marcel Kerff finishte als zesde. Een ereplaats, die in het oertijdperk van het cyclisme van grote betekenis was. Niettemin hebben de Belgische scribenten in hun Tourverhalen nooit of te nimmer aandacht aan de voormalige wielerheld uit de woonplaats van de omstreden José Happart besteed. Getipt door de in ’s Gravenvoeren wonende Nederlandse kunstschilder Rob Brouwers, vond het Limburgs Dagblad het de moeite waard om ter gelegenheid van de 75e uitgave van la Grande Boucle de eerste Belgische Tourpionier uit de vergetelheid te halen.

Limburgs Dagblad 2 juli 1988, klik en ga naar de krant

Rob Brouwers, ooit een verdienstelijk amateurrenner van Toer- en Wielerclub Maastricht, verdiept zich sinds jaar en dag in de geschiedenis van het in de taalstrijd verwikkelde kerkdorpje ’s Gravenvoeren. Sinds geruime tijd heeft vooral Marcel Kerff zijn aandacht. „Voeren mag trots zijn op Marcel Kerff. Hij was immers de best-geklasseerde Belg in de eerste Tour de France,” vertelt Rob Brouwers. „Het is helaas jammer, dat Marcel Kerff in België helemaal vergeten is. Met uitzondering van de Voerenaren is bijna niemand in ons land op de hoogte van Kerff’s Tourverleden. Dat betreur ik.

Sinds mijn jeugd heb ik me altijd voor zijn prestaties geïnteresseerd. Zesde in de eerste Tour de France. Dat resultaat heeft me altijd enorm aangesproken.” Hoewel in wielerarchieven vrijwel niets over Marcel Kerff is terug te vinden, heeft Rob Brouwers in de loop der jaren wat documentatiemateriaal over de vergeten Tourheid bij elkaar weten te sprokkelen. „Het heeft me ontzettend veel moeite gekost om een en ander over Marcel Kerff aan de weet te komen. Zelfs zijn familie, die nog nog steeds in de Voerstreek woont, kon me niet helpen. Het meest weet ik eigenlijk van mijn grootmoeder. Zij was een generatiegenote van Marcel, wiens broer Charel ook een verdienstelijk coureur was. Beide renners kwamen uit een gezin van tien kinderen. Mijn grootmoeder, Clémentine Jongen, baatte vroeger een café in het dorp uit. Daar kwamen de Kerffsen veel over de vloer. Marcel en Charel dronken altijd melk. Beiden gingen voor hun moeder met de fiets altijd naar Maastricht om haringen te kopen. Een van hun geliefde trainingstochten was met manden vol vlees, gemonteerd voor en achter op hun fietsen, naar de Hallen in Parijs te rijden. Na één overnachting fietsten ze vervolgens terug naar Voeren. Charel schonk mijn grootmoeder zelfs een keer zijn in Berlijn gewonnen zegebloemen. Laurent Rutten, die de Kerffsen ook goed heeft gekend, vertelde me ooit, dat Marcel een lange, houterige man met slingerarmen was.”

Rob Brouwers steekt zijn bewondering voor de gebroeders Kerff niet onder stoelen of banken. „Ik vind het geweldig, dat eindelijk een krant een verhaal over Marcel Kerff publiceert. Dat is nog nóóit gebeurd. Nu komen de mensen gelukkig te weten, dat de eerste Belgische Tourheid een Voerenaar was. Maar Charel Kerff was ook een heel goeie coureur. In 1901 werd hij zelfs kampioen van België honderd kilometer met gangmaking. In datzelfde jaar eindigde hij als zevende in de monsterklassieker Parijs-Brest-Parijs. En Charel was zelfs de eerste Belgische renner die naar Amerika ging om deel te nemen aan de zesdaagse van New Vork. Aan de carrière van Charel Kerff kwam in 1902 echter een tragisch einde. Met zijn broer Marcel was hij in de klassieker Marseille-Parijs, eigenlijk de voorloper van de Tour de France, over liefst twaalfhonderd kilometer van start gegaan. Het was die dag erbarmelijk slecht weer. Wat er precies met Charel in de helletocht gebeurd is, is nooit duidelijk geworden. Wel is bekend, dat Charel bij de laatste controlepost in de voorste gelederen passeerde. Daarna is hij in een verlaten streek dood langs de weg gevonden. De officiële versie luidde, dat zijn dood het gevolg was van een bloedstolling wegens de ijzige kou. Marcel, die als vijfde geëindigd was, kreeg na afloop pas te horen dat zijn broer gestorven was.”

In het artikel wordt de broer van Marcel Kerff genoemd, Charles Kerff. Zie hier een krantenknipsel over diens dood in 1902 in de wedstrijd Marseille Parijs over 940km !! Nieuws van de dag 24-05-1902
Het volk 22-05-1902

Volgens de overlevering had de dood van Charel Kerff een andere oorzaak. Brouwers: „Charel zou, op het moment dat hij koploper Lucien Lesna dreigde in te halen, door chauvinistische Franse supporters van de fiets zijn getrokken en dood geslagen. Dergelijke aanslagen waren in de oertijd van de wielersport geen zeldzaamheid. Het is dus niet onmogelijk, dat Charel Kerff zo aan zijn einde is gekomen. Overigens beweerden boze tongen ook. dat hij als gevolg van dopinggebruik dood van zijn fiets was gevallen. Nu nog weet niemand de juiste oorzaak.”

De mysterieuze dood van zijn oudere broer was voor Marcel Kerff daarentegen geen aanleiding om het metier vaarwel te zeggen. „Marcel Kerff startte één jaar later in de eerste Tour de France,” weet Rob Brouwers. „Zes etappes kregen de zestig deelnemers voor de wielen geschoven. In totaal bijna vijfentwintighonderd kilometer. De langste rit. Parijs-Lyon. was liefst vierhonderdzevenenzestig kilometer lang. Onmenselijke afstanden, zeker voor die tijd. De renners moesten zelfs in het donker de hele nacht doorploeteren om de finish te bereiken. Onvoorstelbare taferelen moeten zich in die tijd hebben afgespeeld. De koers werd gecontroleerd door commissarissen, die het te volgen traject gedeeltelijk met de fiets, de trein ofwel in een zeldzame automobiel volgden. Het verloop van de rit werd via telegrammen doorgeseind.” Maurice Garin ging als eerste triomfator van de Tornde France de geschiedenis in. „Garin had in de eindstand bijna drie uur voorsprong op Lucien Pottier. Derde werd Fernand Augereau, vierde Rodolfo Muller, vijfde Jean Fischer. Onze moedige Marcel Kerff eindigde als eerste Belg in zesde stelling. Een geweldige prestatie, want de buitenlanders waren enorm benadeeld ten opzichte van de Fransen, die toen al in merkenteams waren opgenomen. Een ‘isolé’ als Marcel Kerff moest alles in zijn eentje klaren.”

Volgens Rob Brouwers verdiende Marcel Kerff 400 Franse franks aan zijn eerste en naar later bleek enige Touravontuur. „Marcel Kerff moet nadien niet lang meer gefietst hebben. Zijn naam is nergens meer in uitslagenlijsten terug te vinden. Wel weet ik. dat hij na zijn wielerloopbaan als bode werkte op het kasteel van graaf de Secilion in Teuven. Evenals zijn broer Ct kwam ook Marcel op tragische wijze om het leven. Hij werd bij het uitbreken van de eerste Wereldoorlog in Moelingen door de Duitsers vermoord.” Rob Brouwers vertelt, dat Marcel Kerff ondanks waarschuwingen van dorpsgenoten op 7 augustus 1914 uit nieuwsgierigheid met zijn motorfiets poolshoogte ging nemen bij het in Moelingen geplaatste kampement van het Duitse leger. „Onze dorpsheid ke> nooit meer terug naar ’s Gravenvoeren. Blijkbaar dacht van spionage werd Marcel als onschuldige burger door de Duitsers opgehangen. Een jaar later werd hij samen met enkele andere streekgenoten in een massagraf langs de weg Eijsden-Battice teruggevonden.

5 februari 1933

Ter herinnering werd langs dezelfde weg ter hoogte van het kruispunt Withuis-Berneau en ’s Gravenvoeren-Moelingen een monument opgericht.

Ik ben er jaren lang regelmatig voorbij gefietst, nooit geweten voor wie het monument ter nagedachtenis was… In de 2e wereldoorlog is het monument totaal verwoest maar opnieuw opgericht na de oorlog.

Dagelijks passeren vele wielrenners en trimmers het betonnen kruis. Vrijwel niemand weet echter, dat het monument de enige tastbare herinnering aan de eerste Belgische Tourpionier is.” Wellicht haalt deze reportage Voerenaar Marcel Kerff eindelijk uit de vergetelheid. „Hij heeft het beslist verdiend,” vindt Rob Brouwers.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *