21 november 2024

1932-02-07 8e Criterium International de cyclo-cross pédestre te Parijs

0

PECH VAN ONZE COUREURS IN DE WIELERCROSS TE PARIJS.

VOORUITGANG, maar zij zijn er nog lang niet, de Fransen winnen.

Kopje-onder in het duivelsgat, Wissingues, een triomfator die durft.

Zondag 7 Febr. 1932 werd deze landenwedstrijd werd verreden met deelnemers uit Frankrijk, België, Zwitserland. Luxemburg en Nederland ieder met een ploeg van 4 renners deelgenomen

Voor Nederland namen deel: Piet Vluggen (Ulestraten), Jan v. d. Bos ( Enschede), Piet van der Horst (Klundert) en B. van Dijk (Haarlem).

In deze zware race zijn onze jongens niet van pech verschoond gebleven. Zo brak v. d. Horst na 16 km zijn rijwiel, terwijl Vluggen reeds bij een aanvang zijn achterwiel losrukte. Dubbel jammer was dit voor Vluggen, want in training bewees hij veel sterker te zijn dan zijn Hollandsche collega’s en loste hen regelmatig. De verzorger van de Nederlandse ploeg, Juseret had dan ook veel hoop in hem, en verwachtte hem zeker bij de 7 eersten. De minst mogelijke pech of tegenslag schakelt de deelnemer aan deze rit dan ook zo goed als uit. Dat Vluggen zich toch nog 14e plaatste bewijst zijn kunnen wel. Het feit dat hij nog als eerste Nederlander aankwam zegt reeds genoeg.

 

De Nederlandse wielerploeg die deelnam aan de internationale cross te Parijs, v.l.n.r: B. van Dijk, Piet Vluggen, Jan van den Bos en Piet van der Horst

De ondervinding van voorgaande jaren had onweerstaanbaar bij de gedachte aan de bossen van St. Cucufa, aan het Duivelsgat, aan de helling van den Mont-Valerien het fantasiebeeld vastgeknoopt van heel veel modder, opslurpende en zuigende moerassen en kapotgereden wegen. De verrassing was dit jaar des te aangenamer: dagenlang had een bleek winterzonnetje de overtollige plassen opgeslurpt zodat het droog was op het parcours van de internationale wielercross. Misschien zelfs al te droog, want zo puik was de gesteldheid van de grond, dat op een 800 meter na het hele parcours van bijna 20 km per rijwiel kon worden afgelegd. En  zo werd het meer een wegwedstrijd met enkele onaangename hindernissen dan een cross door bos en veld. Duizenden waren door het zachte weer aangelokt en hadden naar hun fiets of tandem gegrepen om den lange, kleurrijke sliert voorbij te zien trekken. Een autocar had de gedelegeerden van de UCI naar Surennes gevoerd, waar zij de deelnemers nog een aanmoedigingswoord konden toespreken. En daar stonden de vijfentwintig knapen, die zo straks op het teken van den Zwitser Max Bürgi de helling van den Mont Valerien zouden bestormen.

 

 

De passage bij de “Trou du diable”: Bertellin en Deconinck

 

Daar knalt het schot: onze Hollandsche jongens hebben gezworen dit jaar de eersten bij te houden, maar wat is dat? Daar stapt al onmiddellijk Vluggen van zijn fiets en begint aan zijn wiel te morrelen. Bij de eerste pedaalduw heeft hij zijn wiel losgetrapt en in alle haast moet hij de moeren aandraaien. Het kwaad is snel verholpen en met niet al te grote achterstand gaat hij de overigen achterna. In snelle vaart gaat het de Mont Valerien op en wonderlijk genoeg, het peloton blijft bijna geheel bij elkaar. De Fransen hebben de leiding genomen, onmiddellijk gevolgd door de Belgen, waarachter zich de shirts van Zwitsers, Luxemburgers en Hollanders dooreenmengen. Van een lange, uitgerekte sliert met talrijke, achterblijvers is dit jaar geen sprake en de Hollandse jongens hebben niet overdreven toen zij vertelden, dat het klimmen niet kwaad ging. Op de mooie vlakken weg dien zij nu volgden, voordat zij linksaf een kleinen smallen doorgang moeten passeren naar een lastige, verlaten steengroeve, rijden zij in flink tempo en in compacte groep verder. De Hollanders Van der Horst en Van den Bos hebben zelfs de leiding genomen, terwijl Van Dijk midden in het peloton rijdt en Vluggen meer achteraan. Maar dan nemen op het juiste ogenblik de Franssen listiglijk de leiding over: met hun vieren bestrijken zij bijna de gehele breedte van tien weg zodat de anderen niet passeren kunnen. Graag hadden de Belgen het gedaan, want daar op dat smalle doorgangetje kun je elkaar maar één voor één volgen: passeren is er niet mogelijk. En ze hebben het ondervonden, want eigenlijk is daar op die enkele tientallen meters de strijd uitgevochten of liever is de beslissing gevallen, want van strijd was er geen sprake. (Achter elkaar volgden nl. de Franssen die doorgang, daar tuimelt Foucaux, die de vierde plaats inneemt van zijn rijwiel, hij houdt allen tegen, maar zijn drie landgenoten wachten hem niet op en zo snel zij kunnen, vluchten zij weg. Een halve minuut duurt misschien het oponthoud van al die dringende en wringende knapen, maar het is voldoende voor de drie vluchtelingen om een voorsprong van ongeveer driehonderd meter te nemen, die door de anderen nooit meer wordt ingehaald. De Belgen Ronsse, Loncke en de Voght werken uit al hun macht om den achterstand in te lopen. Terwijl juist een van hun favorieten, Goethuys, vandaag in slechte conditie blijkt. Met hun fiets op de schouder zien wij ze in de verte tegen de wand van de steengroeve opklimmen en één voor één verdwijnen al de felgekleurde shirts in het bos. Een druk op de pedaal en vooruit stuift onze wagen of liever ze briest en gromt om vooruit te komen, maar het is bijna onmogelijk, want met duizenden komen als sprinkhanen uit alle wegen, door alle openingen in de heggen langs de weg de wielrijders opzetten, Dezelfde kant als wij willen zij op, naar het Duivelsgat, het fameuze Trou du Diable, waar de zwaarste hindernis van de cross is. Bij het Duivelsgat staan de toeschouwers in rijen dik opgesteld, de meest-enthousiasten zijn in de bomen geklommen. Het duurt enkele minuten, voordat de klassieke roep weerklinkt- „Les Voilà!” Voorlopig is het er maar één, de Fransman Wissingues, ongelooflijke waaghals, die pardoes op zijn fiets het vijf meter hoge, bijna loodrechte gat inrijdt en door zijn vaart nog tegen de helft van de tegenovergestelde kant opvliegt. Hoe zijn fiets daar niet middendoor gebroken is, is mij een raadsel, want kuil heeft dat gat bijna niet: het zijn twee muren, die naar elkaar toelopen. Handig als een Indiaan op het oorlogspad klimt bij weer op tot de rand en het duurt meer dan een halve minuut, voordat de twee volgenden verschijnen. Weer zijn het twee Franssen: Bertellin. en Deconinck, die voorzichtiger dan hun kameraad van hun fiets afstappen en zich langs den wand naar beneden laten glijden. Opnieuw een vrij lange tussenpoos, maar dan komen met groepjes tegelijk de renners uit het kreupelhout. De beurt van Ronsse is het, die met zijn landgenoot Loncke en met den vierden Fransman Foucaux bijna gelijktijdig aankomt. Onze Hollandse jongens hebben we nog niet gezien en met spanning wachten we: het eerste gedeelte hebben ze zo goed afgelegd, zouden ze nu in het bos zoveel verloren hebben? Eindelijk daar is de eerste Vluggen, die als nummer 15 het gat intuimelt, enkele ogenblikken later volgen Van der Horst en Van den Bos. Aan de uitslag is echter niet meer te twijfelen: de Franssen hebben het gewonnen zowel individueel als in het landenklassement. Interessant is het slechts te weten met hoeveel het record geslagen zal worden, want het gaat snel. Daar zien we, even voor we de auto weer instappen, Van Dijk, die aan zijn achterwiel draalt. Bij het Duivelsgat hebben we tevergeefs op hem gewacht en het blijkt, dat de Hollander in het bos verdwaald is en een verkeerde weg heeft gevolgd. Kalm stapt hij weer op zijn fiets en na een tijdje volgt hij langs het parcours van den wedstrijden den weg naar de finish. Geen van de commissarissen heeft hierop een aanmerking gemaakt, geen reclamatie is er ingediend, zodat van Dijk, die toch zijn verkeerd rijden niet verborg, ten slotte toch nog geplaatst werd. Intussen had van der Horst een minder aangenaam ongeluk getroffen. Na het Duivelsgat had hij op het vrij vlakke gedeelte in het bos een groot deel van zijn achterstand ingehaald en hing zelfs aan het wiel van Ronsse, was dus een van de eersten. Daar duwt hem een van de Zwitsers bij zijn schouder op zij en van der Horst buitelt in volle vaart tegen een boom, zijn voorwiel is aan gruizels, zijn stuur als een blikje omgeslagen. Gelukkig komt hij er zelf met een paar buitelingen van af, maar zijn kans op een goede plaats is hij kwijt. Met een auto moet hij zijn fiets naar Surennes laten vervoeren en liep een pijnlijke dijwond op. Van den Bos heeft het ongeluk een van zijn pedalen tegen een uitstekende boomwortel kapot te rijden, maar dapper zet hij op het overblijvende stompje de weg door. Men ziet: ongeluk is de Hollandse ploeg niet gespaard. Wissingues heeft intussen zijn voorsprong vergroot en onder hels gejuich slaat hij met 5 min. 29 sec. het bestaande record. Doch niet hij alleen verbetert de recordtijd, nog vijftien anderen, waaronder ook Vluggen, hebben binnen recordtijd gereden. En de conclusie? Holland is weer laatst, maar toch lijkt er mij een verbetering merkbaar. Ze klimmen aanmerkelijk beter dan de voorgaande jaren en met contact met de grote specialisten uit andere landen kan hen niet anders dan goed doen. Al achten wij de tijd nog zeer verre, dat zij een eerste plaats in het klassement zullen innemen.

De fransen Bertellin, Winsingues en Deconinck na hun zege

Nederland kan dit jaar dus niet geklasseerd worden, omdat slechts twee deelnemers aankwamen, terwijl volgens de reglementen een minimum van drie deelnemers per land de finish moet bereiken. Het individueel klassement luidde: eerste Winsingues (Frankrijk), die het record met ruim 5 minuten verbeterde. Zijn tijd was 44 min. 42 sec. Tweede Bertelin (Frankrijk), derde Deconinck (Frankrijk), vierde Loncke (België), vijfde Ronsse (België), zesde Foucaux (Frankrijk), zevende Muller (Luxemburg), achtste Egli (Zwitserland), negende Pinox (Zwitserland), 10de Schaack (Luxemburg), 11. Mersch (Lux.), 12. Biancho (It.). 13. Schneder (Lux.), 14. Vluggen (Holl.), 15 Jaisli, 16. Bianchini, 17. Goethuys, 18 van den Bos ,19. Succo, 20. Meneghetti, 21. Megia, 22. van Dijk.

In het landenklassement werd Frankrijk met 6 punten eerste, België met 22 punten tweede, Luxemburg met 25 punten derde en Zwitserland met 27 vierde. In het geheel hebben er twintig gegroepeerden meegedaan en 5 individuelen zodat Vluggen, die veertiende werd en Van den Bos, die als achttiende over de eindstreep kwam, nog een bevredigend resultaat hebben bereikt.

De Ronde van Vlaanderen. 13 Maart a.s. wordt de Ronde van Vlaanderen gereden. Zoals men zich zal herinneren werd het vorige jaar Cesar Bogaart uit St. Jansteen tweede in deze klassieke rit. Dit jaar zal hij opnieuw uitkomen. Verder hebben nog drie andere Nederlanders ingeschreven, n.l. Gor Wijnberg uit Amsterdam, M. Valentijn uit St. Willebrord en Heeren uit Bosschenhoofd. De Ronde van Vlaanderen wordt thans voor den 16en keer verreden over een afstand, van 227 K.M. De start heeft plaats te Gent en de aankomst te Wetteren.

 

De courant, het nieuws van de dag 10-02-1932

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *