21 november 2024

1948-05-01 Ronde van Nederland 1948, 7e etappe, Hulst – Rotterdam

0

Ronde van Nederland 1948, 7e etappe, Hulst – Rotterdam, 209km

Jan Lambrichs won na moeilijke tocht tegen hevige storm. Ook Bernard Franken moest zwichten.
De Limburgse renners hadden het elkaar gezworen, dat een hunner voor het bereiken van Amsterdam een etappe op zijn naam zou brengen. Ze hadden vanaf Enschede met een maximum aan tegenslag te kampen gehad, dat zich manifesteerde in slecht werkende derailleurs, kapotte banden en andere ongemakken, waardoor hun strategische plannen telkens weer in de war werden gestuurd. Niets echter had hun strijdlust en moreel kunnen aantasten.
Het was in de contreien van Kruisland, 7 km achter Steenbergen, dat Bernard Franken, op de wegen, die hij als zijn vestzak kent, het peloton een uitdaging zond, waarop alleen Jan Lambrichs reageerde. De Bundenaar zette een verbeten achtervolging op Franken in, die achter Den Bosch werd ingelopen. Franken en Lambrichs hebben toen samen hun weg door de bochtige straten van de Langstraat over Den Bosch en Gorckum naar Rotterdam vervolgd, een onderneming, waaronder minder sterke knapen als deze twee zouden zijn bezweken. Hun gemeenschappelijk ondernomen tocht werd een zware en mannelijke worsteling met de natuurelementen, slagregens, hagelbuien en zware tegenwind, die met kracht uit het westen kwam en waarvan het peloton in het Hollandse polderland ruimschoots zijn deel kreeg.
Het peloton dat al zijn makheid had afgelegd vocht zich met elke kilometer, die het van Rotterdam scheidde naar de twee uitlopers toe, maar Lambrichs en Franken bleven onbereikbaar, al moesten zij nog ruim anderhalve minuut van hun voorsprong op het allerlaatste gedeelte van deze etappe prijs geven. Lambrichs en Franken arriveerden beiden tegelijkertijd in Rotterdam en de Limburger was het, die als eerste door de finish ging, onstuimig toegejuicht door de Rotterdammers, maar niet in het minst door zijn provinciegenoten die van deze indrukwekkende zege getuigen waren.
Aan de finish in Rotterdam was de zege voor Jan Lambrichs. foto archief Knops

Men verwachtte zo veel niet van de etappe Hulst—Rotterdam, want weer was er de stormwind en opnieuw joeg de regen neder over de karavaan. Wij startten in Hulst ineen hoog, doch gelijkmatig tempo en misschien zou er verder tot Rotterdam toe niets opwindends gebeurd zijn, als in eender kleine dorpjes voorbij Hulst toevallig niet een premie te verdienen was geweest. De premie was niet zo bijzonder belangrijk, maar er werd niettemin om gevochten alsof er een kapitaal voor ’t oprapen was. Het werd een wielgevecht en toen wij aan de uitgang van het dorp naar het resultaat gingen kijken, waren er twee dingen gebeurd: de Limburger Lambrichs was samen met Francken 50 meter voor het peloton en de Belgen Poels en Diddens stonden langs de weg aan hun fietsen te timmeren. Het leek zo op het eerste ogenblik allemaal erg onbelangrijk, maar het maakte niettemin deze rit. Want in het klassement kon de Limburger deze Belgen nog net voorbij en plots begon alles wat Limburger is, harder te rijden. Alleen maar om de Belgen een portie achterstand te bezorgen. Dat lukte! De Belgen arriveerden zwaar geslagen in Rotterdam, ook al hadden zij onderweg wat autogangmaking gehad.

Limburgs Dagblad 3 mei 1948
Ronde van Nederland 1948, de renners aan de start, foto Nationaal Archief, CC0, Noske, J.D. / Anefo
En omdat het — eindelijk — de Limburgers op deze dag een beetje meezat, besloten zij het offensief meteen maar door te zetten. Daar ging Jan Lambrichs! Francken kon nog net zijn wiel krijgen en iedereen in de karavaan haalde zijn schouders op: daar had je weer zo’n wanhoopspoging!  Twee eenzamen aan de haal met nog 180 zware kilometers voor de boeg en de eerste regenbuien plensten al over de Brabantse keien en ginds, voorbij Den Bosch, op de kale vlakke wegen naar Gorinchem, zou men de wind pal tegen krijgen. Ook Lambrichs wist dat. Maar niettemin ging hij door,. Francken kwam er niet aan te pas. Hij had de grootste moeite om het tempo van de Limburger ta kunnen draaien en dit tempo lag — voor de wind uit — herhaaldelijk in de buurt van de zestig kilometer per uur. De voorsprong groeide. Hij groeide snel tot even boven de vijf minuten en bleef daar hangen. Dat was voorbij Den Bosch, waar de wind en de regen vrij spel kregen, en de kans op een overwinning leek daar al verkeken. Een dag tevoren immers was ook de Belg Didden niet boven de vijf minuten gekomen. Hij was er blijven hangen totdat het felste deel van het peloton hem tenslotte opslokte. Het felste deel van het peloton deed ook ditmaal zijn best.
Foto Het Vrije Volk 3 mei 1948
De Rotterdammers De Korver en De Ruiter, de Belg Rogiers, de Fransman Goutorbe, de Luxemburger Goldschmit met assistentie van zijn Zwitserse vriend Keiler, en Vooren en Piet van Nek zetten voorbij Den Bosch het grote tegenoffensief in. Je zag de voorsprong haast krimpen, Francken kon al praktisch niet meer. Hij zat maar aan het achterwiel van Lambrichs te hopen, dat het ogenblik waarop de Limburger zich zou overgeven aan het achtervolgende groepje niet ver meer zou zijn. Voorbij Gorinchem stopte de chronometer het groepje jagers op 1 minuut 45 seconden. In de volgwagens brak de spanning die nu al vele uren duurde. Het was gebeurd, zei men. De jacht was ten einde, dacht men! Direct op de grote weg naar Dordrecht zouden de jagers de 2 vluchtelingen in het oog krijgen. En dan kon men op de vingers natellen hoe het verder verlopen zou: een moreel gekraakte Lambrichs, een Francken die hoera zou kreunen omdat deze ellende eindelijk voobij was en aan de massasprint naar Rotterdam met, vermoedelijk, de beste kansen voor de Rotterdamers De Korver en De Ruiter, die daar aan de finish de situatie op hun duimpje kennen. Maar weer onderschatte men die nijdige, taaie Limburger. Twee minuten nog maar ? .., Maar ver vooruit zag je Dordrecht al liggen en Dordrecht—Rotterdam is tenslotte niet meer dan een onnozele peulenschil voor een man die al de ellende van meer dan 150 kilometer al doorstaan heeft. De Limburger boog nog wat dieper over het stuur. Nog eenmaal draalde hij er alles uit wat er maalt uit te draaien viel, en opnieuw kwam de voorsprong boven de twee minuten. Dat bleek voldoende. Toen we de grote weg naar Dordrecht opstormden, waren de twee vluchtelingen net over een lichte helling verdwenen. Onzichtbaar geworden voor de achtervolgers. Op dat ogenblik gaven de jagers de strijd op. Tussen de vele duizenden die voor Rotterdam langs de wegen stonden, begon Lambrichs zijn triomftocht. Steeds hoger werd zijn tempo, steeds zekerder en zelfbewuster zijn pedaalslag en hij had geen moeite om aan de finish de dodelijk vermoeide Francken, die zieltogend in het zadel hing, royaal te vloeren.
De uitslag luidde:
1. Jan Lambrichs (Limburg) 6.38.45

Op 20 meter:
2. Bernard Franken (N.Br.) B.)

Op 1 min. 32 sec:
3. Wim de Ruiter (Z.-H.)
4. Sjeng Goldschmidt (Lux.)
5. Emiel Rogiers (B.)
6. Joseph Goutorbe (Fr.)
7. Arie Vooren (Zaan)
8. André De Korver (Z.-H.)
Op 1 min. 50 sec:
9. Gottfried Keller (Zw.)
10. Piet van Nek.

Limburgs Dagblad 3 mei 1948
Helmondsche courant 3 mei 1948

Laatste etappe: Rotterdam – Amsterdam, 175km

Geen slot vuurwerk in laatste etappe van deze Ronde van Nederland! Een slechts half gevuld Olympisch stadion en niet meer dan een halve Nederlandse overwinning: de Zaanploeg bleef leiden in het ploegenklassement, maar de individuele overwinning ging naar de Luxemburger Goldschmit, die er trouwens al niet naar uitgezien had dat hij van plan was deze race nog cadeau te geven. Zaterdagavond laat, in Rotterdam, was er een telegram voor Goldschmit geweest. De directeur van zijn Franse fabriek bood hem 30.000 Luxemburgse francs premie als het inderdaad een Luxemburgse overwinning werd. En de heer Goldschmit, die zijn schaapjes voorlopig nog niet helemaal op het droge heeft, trof onmiddellijk zijn maatregelen. Zaterdagnacht nog werd er in hotel Centraal, waar de meeste renners hun kwartier hadden, achter de schermen zwaar onderhandeld, en het resultaat van deze besprekingen was, dat Goldschmit vandaag, in de laatste étappe, niet alleen over de assistentie van zijn eigen équipe, maar bovendien over de vriéndelijke hulp van bijv. de complete Zwitserse familie en nog wat Belgen beschikte. Daarnaast had ook de Belg Rogiers, die zich met de tweede plaats in het algemeen klassement hoogst tevreden voelde, zijn defensiemaatregelen met bijzondere zorg gekozen, en alleen een wonder zou ons vandaag van een „dooie” race kunnen redden. Het wonder gebeurde niet! Er was een ontsnappingspoging van de Luxemburger Kirchen en de Zaankanter van Beek en het peloton had er vrede mee.

Ronde van Nederland, 10e en laatste etappe. Gerard van Beek passeert eindstreep in het Olympisch stadion in Amsterdam
Gerard van Beek

Zij konden immers in net algemeen klassement geen enkel kwaad. Pas toen Amsterdam al heel dicht bij was, kwamen er uit het peloton enige reacties. De Belgen werden wat rumoerig en de Limburgse ploeg gaf een aantal scherpe demarrages ten beste, die het peloton direct in een hoger tempo sleurden. Heel even leek het er op alsof daardoor van Beek en Kirchen vlak voor de eindstreep toch nog opgeslokt zouden worden. Maar toen gaf Goldschmit zijn hulptroepen de fatale opdracht: geen mens meer weg. Want ieder rumoer kan nog gevaar opleveren ! Onmiddellijk zag men de bevriende Zwitsers en de gehuurde Belgen in de eerste rijen en iedere démarrage was tegen deze overmacht meteen ten dode ongeschreven. Twijfelachtige eer. Zo genoten van Beek en Kirchen dan de eer het eerst het cement van de stadionbaan te bereiken, waar de Zaankanter geen moeite had om in de eindsprint de Luxemburger royaal te slaan. Het peloton voerde na een bescheiden laatste valpartij vlak voor de erepoort nog een massasprintje op en toen hadden wa deze Ronde van Nederland dan gehad. De gebruikelijke ereronden, de bloemen, de kransen , en mijnheer Goldschmit hep al om zijn koffer te gillen. Want Zondagavond wilde hij al met de nachttrein naar Zwitserland razen, daar wacht hem, donderdag, de Tour de Romandie. Het racecircus draait verder. Van de Ronde van Nederland is niets anders over dan de herinnering en — fluistert men — de financiële strop!

De uitslag luidde:
1. Gerard van Beek 4.36.07
2. Jean Kirchen

Op 55 sec:
3. Gerrit Loos
4. Danieël Tailleu
5. Oreste Bernardoni
6. Lode Poels
7. Joseph Goutorbe
8. Harm Smits
9. Huub Sijen
10. Antoon Steenbakkers

Het eindklassement luidt:
1. Sjeng Goldschmit (Lux.) 44.04.00
2. Emiel Rogiers (Belgie) 44.05 52
3. Arie Vooren 44.05,53
4. André De Korver 44.07 59
5. Gerard van Beek 44.10.19
6. Wim De Ruiter 44.11.18
7. Cor Bakker 44.14.25
8. Jean Kirchen (Lux.) 44.1713
9. Louis Motke 44.19.28
10. Daniël Tallieu (Belg.) 44.19.43

Het eindklassement voor de ploegen is:
1. Zaanstreek 132.30.37
2. Luxemburg 132.55.31
3. Zuid Holland 133.17,02
4. Noord Holland 133-24-44
5. Limburg 133.47.58
6. België-A
7. België-B 134.26.22
8. Frankrijk 134.37.27
9. Zwitserland 134.37.27
10. Noord Brabant-B 134.54.07
11. Noord Brabant-A 135.13.00

De luxemburger Sjeng Goldschmidt, eindwinnaard van de Ronde van Nederland 1948

Van de 150 gestarte renners hebben slechts 50 de tocht volbracht.

Of de ronde van Nederland een onverdeeld succes is geworden, moet nog worden afgewacht. Het is echter zeker, dat de propagandistische waarde niet zo maar kan worden weggecijferd. In het Westland bijvoorbeeld was het gisteren razend druk toen de stoet moest passeren. Niemand wist hoe laat de sliert renners langs zou komen. Zodoende zaten velen langs de kant van de weg al geruime tijd te wachten en kortten de tijd met het bespreken van de kansen en het raden naar de uitslag. In Poeldijk steeg het enthousiasme tot ongekende hoogte. De coureurs waren amper gepasseerd of enkele jonge knapen klommen op  hun rijwiel en organiseerden een soort Ronde van Poeldijk. Van de veiling af stormden zij de Voorstraat in. Pijlsnel suisde de 14-jarige „koploper” bij de Leuninkjes op de bocht af, kon door zijn snelheid niet snel genoeg draaien en kwam met een klap tegen de muur van een huis terecht. De muur kon er tegen. Hij niet. Er moest een dokter komen, die met behulp van enige E.H.B.O.ers het gezicht van de adspirant-ronderenner bepleisterde.

Sjeng Goldschmidt tijdens de ereronde in gezelschap van Jan Pijnenburg

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *