1949-05-11 Ronde van Nederland, 6e etappe, Helmond – Geleen, 245km
Nog vier kilometer te gaan in Geleen, Drie renners stormen het Sportpark binnen: Sjef Janssen, Wim Van Est en Gerrit Schulte. Janssen ligt aan de kop. In Limburg zal hij victorie kraaien… Maar Schulte, die reeds lang geen „fietsende gek” meer is, trapt met machtige pedaalslagen de Limburgse illusie in duigen. Gerrit heeft voor die laatste meters wat kracht bewaard om zijn wiel het eerste over de eindstreep te gooien. Achter Sjefke Janssen stuift Wim van Est, die in deze Ronde beroepsrenner werd en reeds de slimheid van ’n volslagen coureur schijnt te bezitten over de finish.
SCHULTE etappe-winnaar
Voor Meersman de oranje leiderstrui
Middelkamp met ruzie verdwenen
Eerder, aan het einde van de 5e etappe, was Theofiel Middelkamp van de Nationale A-Ploeg woedend tegen Gerrit Schulte uitgevallen. Tegen Schulte, voor wie Middelkamp had moeten opkomen als lid van dezelfde ploeg, maar waarvoor hij geen trap harder of langzamer had willen doen. Gerrit Schulte had door gemis aan die samenwerking de leiderstrui van zijn schouders om die van de Zaankanter Bouk Schellingerhoudt zien glijden. Het was mis tussen Gerrit en Fieleke, terwijl het lot had gewild, dat juist deze beiden tezamen in een zelfde ploeg zouden komen.
Er was nog even onzekerheid voor de start van de zesde etappe, die de renners na tweehonderd en zestig moeilijke kilometers kris-kras van Helmond naar Geleen zou brengen. André de Korver verzekerde ons, dat Middelkamp niet op zijn besluit om de wedstrijd te staken, terug zou komen en reeds naar Eindhoven vertrokken was. Gerrit Schulte voegde eraan toe, dat hij beter deed weg te bijven. Hiermee was de verstandhouding van de twee ploegmaats ten voeten uit getekend en Schulte mocht op deze zesde dag trachten de leiderstrui terug te winnen met een man minder in zijn ploeg.
Maar de Oranje trui ging van Bouk Schellingerhoudt naar de Belg De Meersman aan het einde van de zesde etappe. Voor Schulte was er echter de grote voldoening, dat hij als eerste na deze zware rit, waarin de eerste „bergen” te beklimmen vielen, over de eindstreep ging in het tot de laatste plaats uitverkochte Sportpark van Geleen. Voor eigen Limburgs publiek was Jefke Janssen een halve meter te kort gekomen om zich de blonde reus van het lijf te houden. En wie meer op de voorgrond trad? De nieuwbakken prof Wim van Est uit St. Willibrord, die nog eens nadrukkelijk wilde onderstrepen, dat de zege van de vijfde etappe geen toeval was geweest: de Brabander werd derde en zijn naam zullen we meer tegenkomen in grote koersen. De waarheid 12 mei 1949
HELMOND-GELEEN, ZWAAR EN HARD
Zuid-Limburg zag een oppermachtige Schulte zijn wraak nemen
Jef Janssen, een brillante tweede, werd in de sprint geslagen
Twee bijna roetzwarte figuren staken bij het passeren van de finish in het gemeentelijk sportpark te Geleen met vermoeid gebaar, dat meer een teken van verlossing dan van triomf was, de rechterhand op. Zo juist hadden ze in een vinnige sprint, waarvoor ze de laatste reserve aan kracht uit bun body’s persten elkaar de overwinning in deze helszware 245 km lange etappe Helmond—Geleen betwist. Het waren Gerrit Schulte, die wraak had gezworen voor het verlies van zijn gele leiderstrui en ons aller Sjefke Janssen, de tot Helmond stille en onopvallende donkere jongen uit Elsloo, die zijn kansen benutte op de Limburgse slingerwegen op-en-af, waar hij thuis is als in zijn eigen „gaard”, daar aan de Maas. Bij het ingaan van de laatste bocht en op het laatste rechte stukje, een 25 m lang, was Gerrit Schulte zijn trouwste ploegmakker op zij gekomen en wie kan het de Elslooër euvel duiden, dat hij in die laatste beslissende meters, voor de overbevolkte grote tribune, waar men als een man was opgesprongen en de halzen rekte om maar niets van deze sprint te missen, voor de Bosse geweldsman het donkere hoofd moest buigen. Gerrit Schulte een machtig winnaar en Janssen een briljante tweede, die van Est, de openbaring van deze tweede Ronde van Nederland met had kunnen houden, toen de Limburger met Schulte aan zijn velo het Sportpark binnenstoof.
Meersman weer in de Oranje trui
Bedenkelijk had men het hoofd geschud toen na de start in Helmond de Fransman Albert Bourlon zich in een eenzaam avontuur stortte en alleen langs de gladde asfaltwegen van de Peel voortsnelde terwijl niemand, behalve dan de slanke Hoensbroekenaar Snellen aanstalten maakte om de Fransman tot de orde te roepen. Want achter Sittard wachtten de Zuid-Limburgse heuvelen, die weliswaar de Franse Alpen of Pyreneeën geen concurrentie kunnen aandoen, maar in hun veelheid en veelsoortigheid de sterksten breken, wanneer ze zich tot onbekookte daden laten verleiden. En Martin Snellen dan? De Hoensbroekenaar, die zich in ’t kielzog van de Fransman waagde en na bij Echt onder de bomen van een afgesloten overweg te zijn doorgeglipt, de snelle vlucht van Bourlon, Zuid Limburg tegemoet, medemaakte. De geboorteplaats van Snellen wenkte, hij wist, dat men in Hoensbroek naar hem stond uit te kijken en hoevelen voor hem, die hun geboortestreek of -plaats naderden hadden niet de moed en de energie opgebracht om daden te stellen. Maar om dat alles, wat die Bourlon en Snellen samen met 5 minuten voorsprong vóór haar deed, maalde het peloton niet, wetend, dat na de passage van Sittard het spel voor goed zou beginnen, dat de hel dan zou losbreken en dat het tot nog toe „spielerei” was geweest. Toen de eerste „berg” zich aftekende in de klare lucht van deze rustige Meidag, de Winteraeckerberg, achtte Henri Van Kerkhove, deel uitmakend van de ten opzichte van de zeer individualistische Nederlanders zeer verenigde buitenlandse renners de tijd gekomen om de gevechten te openen Hij kreeg prompt de gespierde Arie Vooren en Henk Lakeman, zo blond en bijna zo’n reus als Schulte, mee. Na Brunssum en Treebeek kregen deze drie vooralsnog geen aansluiting met de warm toegejuichte Snellen en Bourlon.
GROTE SLAG WERD SLACHTING.
En zo kwamen we dan bij Tulle, waar het opeens afgelopen was met de voortreffelijke primaire wegen en de route plotseling over een minder gangbare grindweg voerde. Bourlon werd er opeens draaierig van en Snellen, die vond, dat het te langzaam ging nam zijn rol over. Alleen stormde hij vooruit. Niet lang, want een haakse bocht bracht hem ten val. Een valpartij waarvan hij weliswaar snel opstond, maar die toch heel duur kostte. De Hoensbroeker was zijn cadans kwijt. Daar tussen Schinnen en Puth waar op bochtige wegen met hun hairpins de renners tussen een nevelgordijn van stof doorjakkerden viel tenslotte het doek over de dramatisch eindigende eerste actie, die in het teken van Bourlon en Snellen gestaan had.
Want toen Puth de eerste renners met opgewonden uitroepen verwelkomde, zag men niet minder dan 9 man op kop, behalve Bourlon waren dat Vooren Lakeman en Van Kerkhove, alsmede Voorting, Savelsberg (die mirakels goed draaide), v. d. Zande en Franken. Er waren toen nog 107 km af te werken en de finish lag nog ver in het verschiet. Het zou nog door dc oude mijnstreek gaan en de Cauberg wachtte eerst nog in zijn ongenaakbaarheid om het „kaf van het koren” te scheiden. Langs de slingerende grindwegen van Ravensbos ging het op de Cauberg af, de „scherprechter”, die zijn ademafsnijdende beproeving gereed hield. Voorting was de eerste die de Cauberg overmeesterde en op enkele meters volgden Van Kerkhove, v. d. Zande, Vooren, Franken en van Est. Verrassend was, dat Snellen, Lakeman en Bourlon de strijd volhielden.
GROTE HERGROEPERING.
De Cauberg had, toen alles zich moeizaam tegen zijn rug had opgeworsteld en Maastricht in een lichte nevel voor zich zag liggen, zijn werk gedaan. Er was een grote hergroepering gevolgd, en bij het tellen der neuzen op de Keerderweg kwam men tot de bevinding, dat veertien man op kop lagen: Voorting, Vooren, Franken, Snellen, Bourlon, Lakeman, Peters, Meersmans. Janssen, van Kerkhove, v. d. Zande, Savelsberg, Keteleer en een op zijn qui vive zijnde en op wraak beluste Schulte, die van zijn rivaal Middelkamp bevrijd was. In Helmond was de man uit St. Willibrord niet gestart en men spreekt nu van contractbreuk, welke tot een schorsing van 6 maanden aanleiding zou kunnen geven. Er kwamen nog verschillende alleraardigste bochtige grindwegen, als verrassingen in deze etappe ingevlochten en op de Molenberg te Heerlen was de grote en beslissende afscheiding geschied.
Zes man op kop, die door de straten van Schaesberg, Eygelshoven, Kerkrade, Bleijerheide en Spekholzerheide snelden en bij hun verschijning allerwegen groot enthousiasme verwekten. Het waren Schulten, als een machtig veldheer met zijn grote gestalte uitstekend boven zijn volgelingen, van wie Sjef Janssen onschatbare diensten bewees, van Est, v. Kerkhove, Franken en Meersman. Na Heerlen opnieuw gepasseerd te zijn en achter Hoensbroek de stoffige grindwegen van Spaubeek inslaand, kwamen de laatste zware kilometers, die dit half dozijn renners niet murw konden krijgen.
De uitslag van de 6e etappe (245 km) luidt:
- Schulte 6 uur 41 min. 28 sec
- Janssen zelfde tijd
- Van Est zelfde tijd
- Keteleer 6.41.29
- Franken zelfde tijd
- Meersman zelfde tijd
- Voorting 6.43.17
- Van Kerkhove (B.) 6.44.52
- Savelberg 6.45.40
- Van der Zande zelfde tijd
- Acou 6.47,17
- De Korver 6.47.38
- Braspennincx 6.48.01
- De Hoog 6.48.01
- Grysolle
- Le Nizerhy
- Vooren,
- Smits,
- Leenen
- Loos, allen dezelfde tijd. Opgegeven hebben Pontet (Frankrijk) en Hendriks (België b). Nog 52 renners zijn in de course.
Het algemeen klassement na 6 etappes luidt
1. Meersman 33 uur 11 min. 12 sec
2. Keteleer 83.12.55
3 Schulte 33.14.47
4. Van Stayen zelfde tijd
5. Schellingerhoudt 33.19.35
6 De Hoog 33.23.16
7. Callens 33.29.01
8. Voorting 33.31.11
9. Loos 33.31.23
10. Van Kerckhove 33.33.03
11. v. d. Dungen 33.34.23
12. Leenen 33.34.52
13. Van Est 33.34.53
14. Bogaerts 33.37.47
15 Lakeman 33.38.24
16. Peters 33.38.29
17 Smits 33.38.59
18 De Korver 33.39.46
19 Grysolle 33.39.50
20. Vooren 33.41.17
Het ploegenklassement luidt thans:
1. België A 100.20.03
2. Ned. B 100.22.45
3. Ned. A 100.25.44
4. België B 100.27.17
5. Ned. C 100.53.26
6. Ned. D 101.25.43
7. Ned. E 101.33.05
8 Ned /België 104.09.39
9. Frankrijk 105.01.28
Gerrit Schulte werd uiteindelijk winnaar van het eindklassement van de Ronde van Nederland van 1949 met een voorsprong van 2 minuten en 25 seconden op Désiré Keteleer.
1 Gerrit Schulte 51 uur 38’09
2 Désiré Keteleer + 2’25”
3 Bouk Schellingerhoudt + 5’51”
4 Henk de Hoog + 8’43”
5 Maurice Meersman + 9’53”
6 Norbert Callens + 11’57”
7 Joseph Van Stayen + 12’09”
8 Arie Vooren ” + 23’05”
9 Wim van Est + 26’15”
10 Frans Leenen + 27’58”
Etappe-overzicht Ronde van Nederland 1949:
Etappe Van – naar Km Etappewinnaar
1 Rotterdam – Leeuwarden 206 Maurice Meersman
2 Leeuwarden – Groningen 278 Henk Lakeman
3 Groningen – Enschede 169 Kees Pellenaars
4 Enschede – Apeldoorn 170 Gerrit Schulte
5 Apeldoorn – Helmond 214 Wim van Est
6 Helmond – Geleen 245 Gerrit Schulte
7a Geleen – Vaals 68 Henk de Hoog
7b Vaals – Kerkrade (ploegentijdrit) 70 Nederland A
8 Kerkrade – Tilburg 165 Henri Van Kerckhove
9a Tilburg – Bergen op Zoom 108 Jan van Gelderen
9b Bergen op Zoom – Scheveningen 126 Kees Pellenaars
10 Scheveningen – Amsterdam 144 Gerard van Beek
De etappe naar Geleen heb ik persoonlijk gevolgd en de finish op de sintelbaan in Geleen gaan kijken met de vader van Peet . We waren nog echte kwajongens en op gewone fietsen naar Geleen getrokken. We waren toen al van de wielerbacil besmet. Dat heeft tot later Pa knops zijn zoon Peet tot wielrenner vormde. Prachtig toch deze herinneringen.
Nou en of, Noonk Jo !! Merci