1952-07-17 Puy de Dôme 21e etappe Tour de France
Coppi èn Nolten: de twee campionissimi van de Puy de Dôme
Op de laatste meters werd de Nederlander geslagen
CLERMONT FERRAND, donderdagavond. Eén verschrikkelijke, allesvernietigende kilometer vóór, op het platform van de Puy de Dôme, dertigduizend Fransen, duizelig van teleurstelling en ellende, getuigen zouden zijn van een bittere, onverwachte nederlaag van de plaatselijke wielersport-afgod, Rafaël Geminiani, stond een half dozijn Italiaanse journalisten, bleek en sprakeloos, toe te zien hoe Jan Nolten, koel en met de hoogste minachting voor, in jaren vol wielerveldslagen gerijpte wielersport-reputaties, een poging deed om zelfs Fausto Coppi-de-Grote te vloeren in een waanzinnige klimpartij, die in tal van opzichten érger, móórdender was dan alles wat men ons ginds in de Alpen en de Pyreneeën op dit gebied te verhapstukken had gegeven.
Vijftig kilometers voor de finish was de blonde Limburger, waakzaam en snel reagerend als steeds, met Bartali, Geminiani, Bauvin en het mannetje-Marinelli op avontuur gegaan en in de klim tegen de Puy de Dôme, duizend meter omhoog in nauwelijks vijftien, barre kilometers, waarin er voor niemand in deze karavaan nog genade was, had hij hen stuk voor stuk van zijn wiel geschud: Marinelli, Bauvin, Bartali en dan… twee kilometers voor de top, zelfs Rafaël Geminiani, die ons dit alles wel nimmer zal vergeven. Terwijl, enkele hairpins verder achteruit, Robic verdronk in een onwaarschijnlijk-hevige inzinking, terwijl, nog verder achteruit, een befaamde klimmer als Stan Ockers, die zelfs in de Alpen meestal in Coppi’s schaduw blijven kon, de Franse regionaal De Gribaldy en Wout Wagtmans voorbij moest laten gaan, vocht Nolten zich omhoog naar het wijde platform met nauwelijks enige belangstelling voor de manier, waarop Fausto Coppi achter hem snel naar voren kwam.
Door Martin W Duijzings
Toen, één kilometer voor de top, verscheen dat gele shirt naast de Limburger. En nimmer heeft Coppi in de laatste duizend meter van een col harder en stijllozer gewroet, om er tenslotte veertig zegevierende meters uit te rijden, dan vandaag op de Puy de Dôme, waar Jan Nolten met de tweede plaats, welke hij daar veroverde, voorgoed een plaats heeft ingenomen tussen het handjevol der super-klimmers en waar hij, tussen haakjes een prestatie leverde, gróter en indrukwekkender nog dan, toen hij, anderhalve week eerder, in Monaco als eerste kwam binnen stormen.
Coppi en „Jantje” Nolten
Men kon vanavond in Clermont Ferrand geen wielersport-expert ontwaren, of hij was druk doende zijn krant boordevol te schrijven met een loflied op Jan Nolten: “De grote ontdekking van deze Tour”. De Limburger heeft vandaag op de Puy de Dôme een wonderlijke prestatie geleverd en Fausto Coppi had het zó moeilijk tegen onze landgenoot, dat hij na afloop zelfs voor de microfoon van Radio Roma moest bekennen: „Pas toen ik over de eindstreep was, was ik er zeker van gewonnen te hebben !”. Voor Nolten-zèlf was zijn tweede plaats (de derde tweede-plaats nu al welke Nederland in deze Tour veroverd heeft) eigenlijk geen verrassing. Hij had een zorgvuldige studie van het profiel van deze etappe gemaakt; hij had zich verder gisteren wat gespaard en hij verwachtte wel, dat hij op de Puy de Dôme bij de allereersten zou zijn. Eén ogenblik, toen hij met tien seconden voorsprong op Geminiani twee kilometer vóór de finish alleen aan de leiding zat, had hij zelfs aan een Nederlandse overwinning geloofd: „Maar Coppi doet nog altijd een stukje méér dan Jantje Nolten”, zei vanavond de Limburger bescheiden. Kennelijk had hij zelf niet eens begrepen, hoé dicht hij de beroemde campionissimo bij een nederlaag had gebracht.