1971-06-20 Nederlands wegkampioenschap profs Valkenburg
Joop Zoetemelk, een waardige kampioen.
De 24-jarige wielerprof uit Rijpwetering behoorde bij die groep van dertien renners, die zich in de tweede ronde van het bijna tien kilometer lange circuit afscheidde van het peloton. Als makkers had hij Eef Dolman en Wim Bravenboer bij zich, maar van dit tweetal heeft de bruisend enthousiaste Zoetemelk in zijn 170 kilometer durende strijd tegen zes vertegenwoordigers van Pellenaars’ Goudsmit-Hoff equipe pas in de slotfase van Eef Dolman de hulp gekregen waarop hij recht had. Toen Zoetemelk namelijk op ongeveer vijftig kilometer voor het einde meesprong met de taaie Wim Prinsen, was het Dolman, die de gretige Gerben Karstens de doorgang belette.
Zo kreeg het nationale kampioenschap een boeiend slot met het duo Zoetemelk in eerste linie. Karstens, afgeremd door Dolman, op anderhalve minuut, daarachter de „Franse” renners Janbroers (Peugeot) en Harry Jansen (Sonolor) met als bewaker Matthijs de Koning in de wielen. Heel even dreigden er moeilijkheden tussen de twee aan kop toen Prinsen weigerde deel te nemen aan het zware werk. “Kom op”, schreeuwde Zoetemelk. “Nee” antwoordde Prinsen. „Dan stop ik ook” dreigde de Mars-Flandriaman. „Dan wordt Karstens kampioen” repliceerde de kleinste man van Pellenaars. „Of Dolman”, brieste Zoetemelk. Dat was voldoende. Prinsen wist maar al te goed, dat vrijwel geen renner zo snel de meters van een stijgend parkoers neemt als Dolman. Prinsen zette zich opnieuw in de pedalen. Hij nam overmoedig de leiding bij de beklimming van de laatste Cauberg aan de top waarvan de finish lag. De slimme Zoetemelk trok zonder moeite mee omhoog om op ongeveer honderd meter voor het spandoek genadeloos toe te slaan.
Voorbeschouwing
FAVORIETEN WEER OP CAUBERG
Strijd om de wielertitels wordt boeiender dan ooit
Limburgs Dagblad 12 juni 1971
Zondagmiddag om 1 uur gaan de beroepsrenners van start voor jaarlijkse koers waarbij het Nederlands kampioenschap te verdienen of te verdedigen valt. Op de Valkenburgse Cauberg- Op een parcours dat door de jaren heen wereldvermaardheid heeft verworven. Een helling van 12 procent die als de grote „brokkenmaker” kan fungeren. Ken helling ook die vele wielercracks al de das heeft omgedaan. Of hen soms in één grandioze klap tot de top van de wielersport heeft gebracht.
Enkele jaren heeft de Adsteeg in Beek als een uitstekende plaatsvervanger gefungeerd. Er zijn daar in Beek adembenemende koersen gehouden. Uitstekend georganiseerd. Met duizenden toeschouwers. Maar Valkenburg hééft nou eenmaal die naam in de wielersport die de wielermassa doet vergeten dat ook andere plaatsen dan het Geulstadje in staat zijn evenement op dit niveau te organiseren. Valkenburg heeft namelijk de beschikking over een „beul” die zijn weerga in de vaderlandse wielersport niet vindt: de Cauberg.
Door, de keuze van het parcours is het uitgesloten dat het een saai koersje gaat worden. Ken Wim van Est, een Wout Wagtmans. kenners van het vak dus, voorspellen dat het juist dit jaar enorm zal gaan spannen. Het is niet doenlijk om een winnaar te voorspellen maar de namen van Gerben Karstens. Jan Krekels en Harrie Stevens springen toch duidelijk naar voren.
Als favoriet nummer 1 geldt echter de momenteel zeer sterk rijdende Wim Schepers. Wie gezien heeft met welk een gemak de coureur onlangs in Simpelveld de Hulsberg nam, hoe soepel Schepers daar dansend naar boven ging moet toegeven dat de man uit Meers-Elsloo ook op de Cauberg een beste kans maakt. Een hele beste.
Direct na hem dient Joop Zoetemelk genoemd te worden. Hij steekt in grote vorm en behoort ook tot de betere klimmers. Evenals ook Rini Wagtmans. En dan is er nog altijd een zekere Jan Janssen. Deze coureur waarvan men zegt dat hij in zijn „nadagen” rijdt kan zeer zeker voor een verrassing zorgen. Jan Janssen werd wereldkampioen, Jan Janssen won de Tour de France. Hij fietste van de ene zege naar de andere. En nu, in 1971, is deze coureur, die gezegd heeft dat hij geen Tour de France meer zal rijden, al weer en nog altijd enkele malen in de voorste gelederen geëindigd. Jan Janssen, met een bijzonder sterke Limburgse supportersclub achter zich, geldt als de grote outsider voor dit kampioenschap.
Er bestaat voorts ook nog een Goudsmit-Hofploeg. Met coureurs die als het moet allemaal uitstekend voor de dag kunnen komen. Het prijzenschema is zodanig dat elke coureur verdient. Zondag 20 juni 1971. Historische dagen voor Valkenburg. Omdat de kampioenschap er na dertien jaren terug van is. Topsport voor het Geulstadje.
Dankzij het Limburgs Dagblad. In de eerste week van juni al was het op de Cauberg een wielrendrukte van belang: er werd en wordt getraind dat de stukken er af vliegen. Eén ding staat vast: de Cauberg heeft een egaal wegdek gekregen. Hetgeen de heer Goud van de KNWU de opmerking ontlokte: Hier vliegen de renners naar boven. Maar dat zal nog moeten blijken. Wij houden het toch meer op de uitspraak van oud-consul. de heer Pisters: de Cauberg is ook nu, moeilijker dan men denkt.
wedstrijdverslag
Nederlaag voor Goudsmit Hoff
JOOP ZOETEMELK STERKE KAMPIOEN
Limburgs Dagblad 21 juni 1971
Na het kampioenschap voor de Dames (winnares Keetie van Oosten- Hage) en de Amateurs (winnaar Jan Spetgens, lees het uitgebreide fotoverslag alhier) was het op zondag 20 juni 1971 de beurt aan de beroepsrenners. Joop Zoetemelk is een waardige en sterke landskampioen van de beroepsrenners geworden. Drie ronden voor het einde zei hij met Wim Prinsen de kopgroep van twaalf man vaarwel en eendrachtig samenwerkend bouwde dit tweetal aan een onoverbrugbare voorsprong welke bij het ingaan van de laatste de ronde anderhalve minuut bedroeg.
Aan het wiel van Prinsen ging Zoetemelk voor de laatste maal tegen de Cauberg op. Maar voor de kenners stond al vast wie dit duel ging winnen, bij het ingaan van de laatste steile bocht demarreerde de klimmer Zoetemelk en met een voorsprong van wel twintig meter op Prinsen ging hij zegevierend over de eindstreep. Veel later arriveerde een gedesillusioneerde Gerben Karstens, die beslag legde op de derde plaats voor Evert Dolman die zijn taak als hulp voor Zoetemelk weer voortreffelijk had gedaan. Hoewel de strijd om de nationale titel niet tussen ploegen hoort en pleegt te gaan was het dat in feite wel al betrof het nu slechts twee groeperingen.
Het dertiental waaruit tenslotte de winnaar kwam en dat vanaf de vierde ronde de strijd heeft beheerst, bestond immers uit zes mannen van Goudsmit Hoff: Gerben Karstens, Harry Steevens, Cees Rentmeester, Mathijs de Koning, Wim Prinsen en Leo Duyndam terwijl Mars Flandria was vertegenwoordigd door het drietal Joop Zoetemelk, Eef Dolman en Jan Bravenboer.
Dan waren er nog de eenlingen Harry Janssen van Sonolor Lejeune, Ben Janboers van Peugeot en René Pijnen van Bic. Eerder behoorde Cees Stam van Ketting ook nog tot de kopgroep, maar hij raakte achterop door materiaalpech en staakte tenslotte de strijd. In feite heeft het Mars-trio door beter koersinzicht het Goudsmit Hoff-zestal een duidelijke nederlaag toegebracht. Dolman en Bravenboer stelden zich volledig in dienst van hun beste troef Zoetemelk en deze deed het voortreffelijk. Hij was het, die alle demarrages meteen beantwoordde.
Vijf ronden voor het einde begon Gerben Karsten aan een fel offensief, maar Zoetemelk bleef aan zijn wiel. Laatstgenoemde wist, dat hij met Karstens minder kans zou hebben op de eindzege en daarom deed hij ook geen kopwerk.
door Harry Theunissen
Alle pogingen van het Pellenaars-zestal om Zoetemelk „onder het behang te plakken” liepen op niets uit. Toen Prinsen in de achttiende ronde demarreerde, zag Zoetemelk daar wél perspectief in. Aanvankelijk voelde Prinsen weinig voor een vlucht met de Mars-man, maar na een kort overleg met Zoetemelk besloot de discipel van de Pel het te wagen. En hij verloor. Karstens begreep wel wie van de twee koplopers het duel ging winnen. Hij stelde nog alles in het werk om het tweetal te achterhalen, maar hij kreeg Dolman aan zijn achterwiel en daardoor kon de Karst het gat niet meer dichten.
Zo kreeg de laatste fase van dit kampioenschap van de broodrijders nog een alleszins interessant slot dat de vijftienduizend toeschouwers met de grootste belangstelling volgden. Zoals gezegd, ontstond de definitieve afscheiding al in de vierde ronde. Wagtmans, Benjamins, Krekels, Serpenti, Van der Vleuten, Vianen en Van Leeuwen misten de aansluiting en hadden al vlug een achterstand van een minuut. Wagtmans probeerde nog weg te komen, maar de Molteni-man kreeg niet de minste steun en daarom viel hij uit.
Halverwege de wedstrijd, waaraan slechts 39 profs deelnamen, kwam het peloton nog tot op 35 seconden van de hoofdmacht, maar toen daar het tempo werd opgevoerd door demarrages van de Goudsmit Hoff-zes waren de achtervolgers op het zware parkoers met veel tegenwind maar gelukkig zonder regen, kansloos en liep hun achterstand op tot vele minuten, Jan Krekels was een van de velen die er geen heil meer in zag en afstapte.
De achterhoede die meer dan een kwartier achterstand had, bestond uit het vijftal Holst, Gerrits, Van Deene, Van den Berg, en Aarts. Zij behoorden tot de 21 die de wedstrijd uitreden en daarmee een prijs van ongeveer honderd gulden verdienden.
Joop Zoetemelk: „Cauberg mijn enige kans”
Die Cauberg was mijn enige kans om ooit kampioen van Nederland te worden. Als we volgend jaar weer ergens anders rijden, dan gaat de titel naar iemand als Peter Kissner”. Deze woorden van Joop Zoetemelk logen er niet om. Maar de kersverse kampioen bij de profs liet hierna onmiddellijk volgen, dat hij in de Ronde van Spanje veel routine had opgedaan in bergsprints.
„Daarom wist ik ook precies hoe ik Wim Prinsen moest aanpakken als het zo ver was. Op het vlakke stuk voor de laatste bocht wilde hij wéér niet overnemen. Maar hij moest volgens mijn plannen op kop rijden in de klim. Daarom bracht ik een kunstje in de praktijk, dat ik van Eric de Vlaeminck heb afgekeken. Ik versnelde, ging schuin links voor Prinsen rijden en toen hij aanzette, kneep ik heel even in mijn remmen. Prinsen schoot me toen voorbij. Hij moest nu wel omhoog. Ik heb erg goed op hem zitten letten.” In zijn rood-wit-blauwe tricot glunderde Joop Zoetemelk nog na over het slagen van zijn tactiek en verduidelijkte hierna hoe hij zijn rivaal tenslotte versloeg. „Na de laatste bult in de Cauberg schakelde ik naar een sprintversnelling en toen Prinsen dat zag zette hij aan. Daarna heb ik alles op alles gezet. Ik ging met 53×18 naar boven en schakelde een paar honderd meter voor het einde naar een versnelling van 53×13. Met alle kracht die ik in me had stoof ik naar boven en hierna was Wim Prinsen een verslagen man.”
HONDERDDUIZEND FRANCS VAN MARS-FLANDRIA
Leuk extraatje voor kampioen Zoetemelk
Wagtmans: „Cauberg grandioos parcours”
Sjefke Janssen, chef d’equipe van Mars Flandria’s amateurs was een van de gelukkigste mensen van het afgelopen weekeinde waarin het Limburgs Dagblad wielerminnend Nederland weer een Cauberg als wedstrijdmaker gebracht heeft. De man uit Elsloo was al méér dan content toen hij zaterdagmiddag bij de amateurstrijd de drie eerstaankomenden als “zijn” jongens kon feliciteren.
Jefke Janssen voelde zich de koning te rijk toen hij, als groots “plaatsvervanger van Briek Schotte zondagmiddag bij de finish van de profs opnieuw een overbekende Mars-Flandria-figuur als eerste over de eindstreep zag gaan: een waardig kampioen in de eigenlijk te frêle figuur van Joop Zoetemelk.
door Breur Loffeld
Zoetemelk een NAAM in de internationale wielersport.
Janssen: „Mars-Flandria had 100.000 Belgische franken extra uitgeloofd als een Mars-Flandriaan de titel kon wegsiepen. Joop reed enorm sterk. Hij had bovendien de niet te onderschatten steun van Eef Dolman en Wim Bravenboer. Twee jongens die alles uit hun kast verreden hebben om Joop te helpen. Zoetemelk heeft door deze overwinning enorm veel zelfvertrouwen gekregen. Joop gaat nu ineens op een heel andere manier naar de Tour de France dan alleen maar om zijn tweede plaats van verleden jaar te verdedigen”.
Rini Wagtmans voelde zich sterk. En was ook sportief: „Ik ben blij dat de trui bij een vedette terecht is gekomen. De naam Zoetemelk zegt echt wel iets in het buitenland. Overigens was het hier een formidabel parkoers. Ik hoop dat het volgend jaar de kampioenschappen weer hier op de Cauberg gehouden worden”.
De eerste Limburger die zondag over de eindstreep ging was Harry Stevens: „Ik reed goed. Maar ik kreeg een lekke band toen de slag viel. Ik ben natuurlijk toch gedemarreerd om weer bij te komen, maar toen ik nog zo’n 50 meter van het kopgroep je was, reed ik wéér plat. En toch ben ik bij de kopgroep gekomen. En in de laatste ronde, het was of de duvel ermee speelde, kreeg ik opnieuw een kapotte band. Nou. dan ben je wel weg, hè? We zullen maar zeggen dat ik geen geluk gehad heb.”
WIELERSPORT NIET „DOOD”
De pessimisten hebben ongelijk gekregen. De pessimisten die de laatste maanden uitbazuinden, dat de Nederlandse wielersport op weg is naar haar graf. Zaterdag en zondag is op de even befaamde als beruchte Valkenburgse Cauberg het bewijs geleverd, dat de „levensgeesten” waarachtig nog niet zijn geweken. De tienduizenden, die ondanks de vaak erbarmelijke weersomstandigheden twee dagen de klim omzoomden, hebben kunnen constateren dat ook in ons land een wielerwedstrijd nog altijd een bijzonder boeiende bezigheid kan zijn.
door Will J. Poulssen
Joop Zoetemelk, van wie zo lang werd beweerd, dat hij o zo moeilijk in het offensief durfde te gaan, trotseerde op het Caubergcircuit niet alleen alle aanvallen, maar liet in de beslissende slotfase duidelijk zien, dat hij het eigen initiatief beslist niet schuwt.
Hij moest optornen tegen de aanvalsdrift van de mannen uit de „colonne” van Kees Pellenaars. Vooral tegen de kleine Wim Prinsen die van geen wijken wist en als snelle sprinter terecht door Joop Zoetemelk werd gevreesd. In de laatste honderden meters naar de finish werd de „vlo uit Hank” echter volledig verrast door de man uit Rijpwetering.
Enfin: twee dagen wielersport van hoog gehalte hebben bewezen, dat deze sport heus nog niet „dood” is. Dat was overigens niet in het laatst te danken aan bet Caubergcircuit. Na dertien jaar bleek overduidelijk, dat men voor een titelstrijd met allure en sfeer in het Geulstadje moet zijn. Het Limburgs Dagblad heeft dit met de organisatie van dit evenement duidelijk aangetoond. Met deze wetenschap verlieten de duizenden dan ook gisteravond de Valkenburgse contreien.
Uitslag NK 1971 bij de beroepsrenners:
- J. Zoetemelk, Rijpwetering, 190 km in 4.49.04
- W. Prinsen, Hank
- G. Karstens. Prinsenbeek op 1.06
- E. Dolman. ‘s-Gravendeel op 1.12
- H. Janssen, Westzaan op 3.01
- B. Janbroers, Amsterdam
- M. de Koning, Scherpenzeel
- R. Pijnen. Woensdrecht
- C. Rentmeester, Ovezande op 3.05
- W. Bravenboer, Klaaswaal op 4.55
- H. Stevens. Elsloo op 5.08
- H. van Leeuwen, Den Haag op 10.46
- H. Benjamins. Hollandseveld op 10.54
- W. Wanders. Meerssen
- J. Serpenti, Wijk aan Zee op 10.59
- J. v.d. Vleuten. Helmond op 11.17
- D. Holst. Amsterdam op 17.23
- M. Gerrits. Oploo op 22.51
- G. van Deene. Den Haag op 36.49
- W. v.d. Berg, Wateringen
- W. Aarts. Gronsveld op 44.25
Prachtige fotoos
Leuke foto’s met o.a. een jonge Wim Bravenboer. Ik ga vrij veel met Wim om vanwege het feit dat mijn dochter getrouwd is met zijn zoon. Helaas gaat het niet geweldig met Wim. Hij heeft o.a. hartproblemen. Ook veel naar het ziekenhuis met zijn ogen naar aanleiding van zijn val bij de zesdaagse van Groningen. Ik ga meestal met hem mee omdat hij uiteraard geen auto kan besturen. Voor de rest slaat hij zich toch goed door het leven.