1959-05-28 Nijmegen, 3e etappe Olympia’s Tour
Militair succes in Nijmegen
Hub Harings vertelde me van zijn zege in de 3e etappe van Olympia’s Ronde van Nederland in 1959, de rit naar Nijmegen. Hub: “Ik reed op kop door de bocht op het kazerneterrein om de sprint aan te trekken voor van Egmond, er lag daar grind. Volgens velen reed ik daar te rap maar kwam goed door de bocht. Achter me kraakte het echter, een aantal renners waaronder ook Ab van Egmond sloegen tegen de grond. Ik trok door en won met een nog 50-tal meters voorsprong”.
Ik vond een paar prachtige foto’s van bij de start van deze etappekoers te Amsterdam in het nationaal archief en las een vreemd, enigszins grappig artikel in Het Parool van 29 mei 1959:
TOER-LANTIJNEN Misleidende eindsprint van een „tandestoker”
Gistermorgen om tien over half twaalf stormde in de Snijderskazerne te Nijmegen vlak achter de reclame-karavaan van Olympia’s toer een renner in een blauw tricot op de eindstreep af. Zijn benen wentelden in tomeloze vaart, zijn armen rukten aan het gebogen stuur, van zijn hoofd lag de hele voorzijde op de bidon en was alleen het achterste gedeelte zichtbaar. Enkele centimeters voor de finishlijn strekte de blauwe renner zijn rug en hief juichend z’n armen ten hemel.
Ongeveer 500 officieren, onderofficieren, korporaals en manschappen van de Koninklijke Luchtmacht draaiden hun ogen gelijktijdig met de coureur over de eindstreep en zagen in een flits zijn rugnummer: 11. De weinige gelukkigen met een programma van Olympia’s Toer door Nederland zochten snel naar de naam van nummer elf. Cristensen van de Deense ploeg, gonsde het even later langs de rijen. Alleen de hoogste baas van de Nijmeegse militairen, de kazerne-commandant Tennissen, had in die ene flitsende seconde de zegevierende renner herkend. Het was de tandarts van de Snijderskazerne, de eerste luitenant W. G. A. Welp. De zege van tandarts Welp sloeg als een bom in het kampement. Commandant Teunissen zei ons, toen ook de „echte” winnaar, Hub Harings, over de eindstreep was gesneld en burger en militair eendrachtelijk rond de aantrekkelijk gedekte tafels in de onderofficiersmess zaten: “Hij heeft ons allemaal te grazen gehad, die tandenstoker.”
Vreemd. Een meer gedetailleerd verslag van de etappe vond ik in andere krant, het Overijssels dagblad:
Zelfs de heuvels van Berg en Dal konden in de eerste korte halve etappe van de derde dag geen scheiding inde rennerskaravaan teweeg brengen. ‘ Toch kwam de militair Hub Harings met acht seconden voorsprong op het terrein van de Snijderskazerne te Nijmegen als eerste over de eindstreep.
Nog geen 300 meter voor die streep had zich ineen van de onoverzichtelijke bochten op het kazerneterrein een valpartij voorgedaan, waarbij onder meer Ab van Egmond, Bart Solaro en Harry Scholten, die toen aan het hoofd van het peloton aan het wiel van Harings reden, betrokken werden. Door de verwarring kon Harings, die de sprint voor Van Egmond had moeten aantrekken, toen die acht seconden uitlopen. Hij veroverde tevens de voor de militairen zo belangrijke minuut bonificatie, waardoor hun achterstand op de ploeg van de Zwaluw tot iets meer dan twee minuten slonk.
De Zwaluwrijders hadden de koers geheel beheerst. Zij voerden het tempo in deze rit door de prachtige Overijsselse en Gelderlandse landouwen zo hoog op, dat bijna niemand weg kon komen. Dick Enthoven, die het na 30 km probeerde, kreeg de Zwaluw van der Sluis mee om het tempo te drukken, en zelfs de hulp van Vander Steen en Aanraad kon dit groepje geen voldoende voorsprong opleveren. Vander Sluis vervulde zijn knechtenrol uitstekend en was er weer bij toen Boom een tot mislukking gedoemde vlucht ondernam.
De uitslag luidde: 1. Harings (militaire ploeg) 2.23.06 (met bonificatie 2.22. 06); 2. Wuurman (Le Champion) 2.23.14 (m. bon. 2.22.44); 3. Niesten (Wilhelmina) 2.23.14 (m. bon. 2.22.59); 4. Van der Steen (Wilhelmina) 2.23.14, 5. Corstjens (Wilhelmina) zt., 6. Enemark (Denemarken) z.t, 7. Wim van Smirren (Le Champion) z.t., 8. Scholten (Spartaan) z.t., 9. Swaneveld (Feyenoord) z.t.
De leiding in het algemeen klassement bleef in handen van Huub Zilverberg. Zijn ploeg „De Zwaluw” behield de leiding in het ploegenklassement.
De groene trui (puntenklassement) werd veroverd door Harry Scholten (Spartaan).