1936-09-12 Heerlen 1e Duivelsrit
JAN PIJNENBURG WINT DE 1e DUIVELSRIT
Sèr Vroomen weer de sterkste van de nieuwelingen
Sjaak Sijen werd overwinnaar verklaard van de amateurs
Pijnenburg, die de hele wedstrijd in het peloton had gezeten, kwam in de laatste ronde overdonderend opzetten en wist in een machtige spurt te winnen. De Belgen Duerloo, Billiet en Hardiquest bewezen eens te meer uit het goede hout te zijn gesneden. Een woord van lof moeten we de kleine Willy Vroomen toezwaaien, die werkelijk een schitterende wedstrijd heeft gereden en naar onze mening in aanmerking komt voor de premie voor de best geleverde prestatie, want om viermaal van rijwiel te verwisselen ten gevolge van twee lekke banden en telkens weer bij de groep te komen, eist wel degelijk krachten en dit belette hem toch niet aan de eindspurt deel te nemen, waar hij iets snelheid te kort kwam. Ook Kees Pellenaars heeft een prachtige strijd geleverd en heeft veel en zwaar werk gedaan, zowel bij zijn uitlooppogingen als ook door telkens de achtervolging op zich te nemen. Aad van Amsterdam reed ook een behoorlijke wedstrijd evenals Sylveer Maes die echter in de sprint de nodige snelheid miste. Nationaal kampioen Piet Gommans startte voor de eerste keer in zijn loopbaan bij de profs nadat hij aanvankelijk ingeschreven had bij de categorie der amateurs, helaas viel hij met pech uit.
Bij de Amateurs was het Charles Hoffman (Roermond) die een schitterende wedstrijd reed en als eerste over de meet ging, doch gediskwalificeerd werd wegens trekken aan truien. Dit is van deze renner een grote fout en aangezien hij dit reeds meerdere malen gedaan heeft, is hij thans het zwarte schaap en werd hem dit noodlottig. Seijen reed weer een goede wedstrijd, doch ook Van Loo (Gulpen) deed goed werk evenals De Silva, Bastings en Schrijnemakers. Banken die steeds in de kopgroep zat, reed een goede wedstrijd maar moet zich meer toeleggen op snelheid want inde sprint komt hij telkens iets te kort.
Bij de Nieuwelingen was het de jongste telg der Vroomen’s, Sèr, die verdiende winnaar werd en geruime tijd met een kleine voorsprong alleen reed en dit op schitterende wijze wist vol te houden, maar na hem noemen we Toontje Pijnenburg, Jef Pisters, Van Loo en Hordijk, die werkelijk een goede wedstrijd reden. v.d. Neut (Amsterdam) heeft ook zeer verdienstelijk werk geleverd en was ook eens enkele ronden alleen weg, maar kon dit niet bolwerken. In ieder geval is deze eerste Duivelsrit uitstekend geslaagd.
EEN WIELERFESTIJN IN DIENST DER LIEFDADIGHEID DE DUIVELSRIT IN DE MIJNSTAD BRENGT BEROEMDE MANNEN AAN DE START.
GROOTS OPGEZETTE WEGWEDSTRIJD DIE SLAGEN MOET.
TOUR DE FRANCE RIJDERS VAN DE PARTIJ: Theo Middelkamp, Sylveer Maes, Marcel Kint, Arsène Mersch strijden met anderen om een vorstelijke prijs.
DE ORGANISATIE VAN DEZE EERSTE HEERLENSE WEGWEDSTRIJD.
Inde laatste weken hebben wij reeds zoveel over de Duivelsrit gepubliceerd, dat wij deze monsterrace bij onze lezers niet meer behoeven in te leiden. Zij weten uit de publicaties van onze krant wat er Zaterdag op het parcours van het Bekkerveld te doen is, maar gaarne maken wij onze lezers op diverse bijzonderheden attent, maken wij hen het doel duidelijk, vertellen wij iets van de organisatie, zetten wij haar betekenis uit voor Heerlen als centrum van de Mijnstreek, en houden tenslotte nog een kleine sportieve causerie over de wedstrijd zelf en de diverse kanonnen die Zaterdagmiddag aan de start zullen verschijnen.
De baten zijn voor de armen. Het gaat voor onze Heerlense armen. Onze Heerlense St.Vincentiusvereniging heeft deze zomer haar 75-jarig bestaansfeest heeft gevierd. Er werden diverse feestelijkheden gevierd, die wel geld in het laadje hebben gebracht, dat mogen wij gerust zeggen, maar de grote buit moet toch de Duivelsrit van Heerlen binnen brengen.
De heren, die op deze plaats gerust reeds een woord van hulde mogen ontvangen hebben intussen reeds zoveel eer van hun werk gehad, dat nu reeds, weken over dit grote sportevenement, dat zaterdag zal aanvangen is gesproken, in stad en land van onze schone provincie en ver daarbuiten, dank zij hun donderse en duivelse reclamecampagne, die zij groots opgezet, hebben gevoerd, alles ten bate van onze Heerlense armen. Wij hebben ’t hier over het woord duivels en meteen hebben wij de betekenis van hel woord te pakken. De Duivelsrit heeft niets met de duivel te maken. Neen, maar de organisatoren, hebben in de omgeving van Heerlen, in Eygelshoven, in Hoensbroek, in Schinnen kunnen ervaren, dat het organiseren van een dergelijke ronde een duivels was, gezien het vele voorbereidende werk, dat daaraan verbonden was. In de meest genoemde plaatsen, was men daarmede reeds enige maanden werkzaam.
Toen het plan in Heerlen werd opgevat had men slechts twee maanden voor de boeg, een tijdsperiode, die op de keeper beschouwd niet veel tijd liet om iets bijzonders te presteren, maar de Heerlense heren dachten er anders over. In het kort gezegd. Men wilde in Heerlen ten bate van onze St. Vincentiusvereniging ook een ronde organiseren, maar een ronde, die alle voorgaande in de Mijnstreek zou overtreffen, want Heerlen als centrum van de mijnstreek, was het aan haar positie verplicht, daarmede voor den dag te komen. De organisatoren, de diverse commissies, zagen daarin een duivelswerk, en noemden mede daarom de ronde van Heerlen, de Duivelsrit in de Mijnstad, maar niet alleen daarom, want zij willen ook de koers tot iets bijzonders maken, het moet ook inderdaad een duivelsrit worden, die aan de deelnemers, zowel aan profs als amateurs en nieuwelingen het maximum aan energie en inspanning zal stellen, om een van die duivels grote prijzen, die in Heerlen beschikbaar worden gesteld in de wacht te slepen. Er moet als duivels gereden worden ! ! Ook ons rust daarom de plicht de heren van de diverse commissies een oprecht woord van hulde en dank te brengen voor hetgeen zij hebben gepresteerd, de commissie van financiën in liet bijzonder, die zich garant heeft gesteld, voor het grote bedrag dat met het organiseren van deze monsterrit is gemoeid. Onze Heerlense zakenmensen zullen volgaarne met deze hulde instemmen. Zeker zullen zij allereerst verheugd zijn over het feit, dat de Heerlense armen een flinke hulp wordt geboden, maar wanneer duizenden en duizenden zaterdag een gang naar het Bekkerveld zullen wagen, zullen ook zij zal ook Heerlen in het algemeen daarvan profiteren. In deze malaisetijd, waarin men alleen hoort van narigheid, van crisis waarin de zakenmensen alleen werken om hun belasting te kunnen opbrengen zullen zij met plezier zien hoe Heerlen, het middelpunt van de mijnstreek nog altijd is, want feit is toch maar, dat bij een of andere feestelijkheid in Heerlen, onze stad toch maar duizenden en duizenden trekt en dat die duizenden ook met graagte ook in onze stad verblijven, als er maar iets te doen is. Dat heeft de kermis in de afgelopen zomer, toen op kermiszondag de L. T.M.-tram niet minder dan tienduizend passagiers naar Heerlen vervoerde. In dit verband mogen wij ook van deze plaats een hartelijk woord van dank aan onze gemeentelijke autoriteiten brengen, die alle medewerking maar dan ook alle medewerking hebben verleend, om dit geweldige sportfestijn tot een daverend, tot een donderend succes te maken, tot heil van onze Heerlense armen, tot heil van onze Heerlense zakenmensen, tot heil van Heerlen zelf. Maar nu ter zake, de lezer zal dit wellicht lezen, maar eerlijk gezegd leest hjj liever iets over de Duivelsrit zelf, over haar inrichting, over de deelneming, over de prijzen en premies die hiervoor beschikbaar zijn gesteld. Dit laatste is ook niet mis, de Duivelsrit inde Mijnstad heeft niet voor niets zo’n duivelse naam en deze premie-regen zorgt er vast voor, dat de deelnemers, amateurs, nieuwelingen en profs en onafhankelijken als duivels zullen rijden om een van deze grote prijzen in de wacht te slepen.
Wij geloven, dat wij onze lezers gerust een stukje geschiedenis kunnen besparen over de geboorten van de Rondes. Wij weten zo zachtjes aan wel, dat burgemeester Martin van Hoensbroek de geestelijke vader van deze koersen is geweest, dat hij de eerste is geweest, die begreep, dat de mensen iets anders moest worden voorgezet als een baanwedstrijd, wilde de wielrennerij niet een roemloze dood sterven. Maar wij dwalen weer af. Wij zeiden dat wij over de Duivelsrit zelf zouden schrijven en wij beginnen met het parcours. De meesten onzer weten reeds hoe het parcours loopt, dat 2100 meter lang is, maar gaarne duiden wij het nog eens aan. De start is op den Bekkerweg, ter hoogte van de Vlotlaan. De renners rijden deze af in de richting van de Kruisstraat, slaan bij de bloemisterij van Erven den hoek om en rijden vervolgens de Benzenraderweg af, tot aan de Eurenderweg, om dan de klimmende Hessellestraat (thans bekend als de Burg. Waszinkstraat) op te rijden. Op de hoek van deze straat slaan zij weer om en duikelen dan met een „duivelse” vaart een gedeelte van den Heesberg af om weer op den Bekkerweg te komen. Natuurlijk zijn er criticasters die menen, dat het parcours geen moeilijkheden zal bieden, omdat het wegdek van macadam is. Dit is om den „duivel” niet waar. In het gehele parcours zit een stevige stijging. Bij de Heesberg moge men met een flinke vaart naar beneden duikelen, maar zo gauw men het grootste gedeelte van de Bekkerweg beeft gehad, komt een flinke stijging, die op den Benzenraderweg nog groter wordt, om op de Hesellestraat in een soort berghelling te eindigen, die niet voor de poes zal zijn. Wij halen in dit verband een uitspraak van een renner aan die deze week op ’t traject geoefend heeft. „De eerste 10 ronden, zei hij, merkt men niet zoveel van de Hessellestraat, maar daarna wordt zij steeds zwaarder, en de meeste renners zullen daarover „hun nek breken”. Dat belooft dus wat op dat gedeelte. Dank zij de zorgen van het Heerlense gemeentebestuur zijn enige nodige verbeteringen aan het traject aangebracht. De bocht bij de bloemisterij van Erven is aan de overkant bij de muurzijde opgehoogd, benevens zijn tegen de muur strobalen aangebracht, zodat gevaarlijke tuimelingen zijn uitgesloten.
Dank zij de zorgen van Radio Begas worden de duizenden toeschouwers in staat gesteld zich microfonisch goed op de hoogte te laten stellen van de belangrijke mededelingen. Op elke 200 meter van het 2100 meter lange parcours wordt een luidspreker door genoemde firma opgesteld, zodat iedereen op elke plaats de mededelingen duidelijk kan verstaan. Langs de Bekkerweg zijn de zit- en staantribunes opgesteld, die tot een totaal van 5000 personen kunnen bevatten. Verder kan men langs het gehele parcours een goede plaats krijgen. Alle toegangswegen tot het parcours zijn afgesloten. Op de meesten daarvan bevinden zich de loketten waar de verkoop van kaarten plaats vindt n.l. de Vlotlaan, Ruys de Beerenbroucklaan, Kortestraat, Kruisstraat, hoek Nobelstraat, Welterlaan, Aarweg, hoek Benzenraderweg, Eurenderweg en Heesberg. Voor mensen die per auto van buiten Heerlen komen zij erop gewezen, dat de autoparkeerplaatsen zich rondom het parcours bevinden n.l. aan beide wegkanten van de Welterlaan, achter het gemeentehuis. Oliemolenstraat en Coriovallumstraat. De rijwielstallingen bevinden zich hoek Nobelstraat, van Hövel tot Westerflierstraat, hoek Kruisstraat-Nobelstr., hoek Lindestraat-Nobelstraat (richting Akerstraat naast Badhuis), hoek Raadhuisstraat-Nobelstraat (naast Prot. Kerk), midden Nobelstraat (richting Akerstraat), midden van Hövel tot Westerflierstraat, midden Raadhuisstraat (tegenover Prof. kerk), Kortestraat (richting van Hövel tot Westerflierstraat), Ruys de Beerenbroucklaan hoek Akerstraat, Nutschool, Heesberg hoek Caumerdalseweg, hoek Benzenraderweg-Eurenderweg Welterlaan en Lindestraat. De ordedienst langs het parcours wordt verzorgd door 80 manschappen marechaussee, rijksveldwacht en gemeentepolitie, terwijl de Heerlense padvinders eveneens hunne gewaardeerde medewerking verlenen, en de dames van het Rode Kruis langs het parcours programma’s en speldjes zullen aanbieden.
Men spreekt wel eens van een premie en prijzenregen. In Heerlen is dit inderdaad het geval. De prachtige wijze waarop in Heerlen is samengewerkt komt het beste wel tot uiting in het aantal prijzen en premies dat door instellingen, zakenmensen en particulieren is beschikbaar gesteld. Het is ENORM. Voor de nieuwelingen zijn als prijzen beschikbaar gesteld als 1e prijs een frame met KaVeWee Beker, als 2e prijs een stel wielen met zilveren legpenning der gemeente Heerlen en als 3e prijs een stel tubes met legpenning der gemeente Heerlen. Verder enige tubes met beker, een siertegel, portefeuille, fruitmand en enkele zijden truien, terwijl als premies enige taarten beschikbaar zijn gesteld, kisten sigaren en geldswaardige prijzen. De winnaar bij de Nieuwelingen ontvangt voorts een grote lauwerkrans met lint, aangeboden door de St. Vincentiusver. Voor de winnaar der amateurs staat als 1ste prijs een race rijwiel met KaVeWee-Beker, als 2e prijs een stel wielen met tubes en als derde prijs een Afga Billy met zilveren legpenning der gemeente Heerlen. Verder zijn als prijzen beschikbaar gesteld een stel wielen met tubes, beiden voorzien met de zilveren legpenning der gemeente Heerlen, een race stuur met voor en achterremmen plus een bronzen medaille der gemeente Heerlen, een Brooks zadel, en voorts enige andere artikelen, als reisbenodigdheden, huishoudelijke artikelen enz. De winnaar ontvangt bovendien een grote lauwerkrans met lint, aangeboden door de St. Vincentiusvereniging In bijna iedere ronde is een premie beschikbaar gesteld, die samen een bedrag van 40 gulden vormen. Door een der grote Heerlense firma’s is voor den best geplaatste Limburgse renner een sport ulster ter waarde van f 27.50 geschonken. De prijzen en premies voor profs spannen de kroon. Dit overtreft alles, wat tot nog toe in de naaste omgeving, in geheel Limburg en Noord-Brabant ten deze bijeen is gebracht. Ten volle moge hieruit nogmaals blijken, wat door eendrachtige samenwerking tot stand is gebracht. Prijzen: 1e prijs f 200.—; 2e prijs 150.—; 3e prijs f 100.—; 4e prijs f 90 ; 5e prijs f 80.—; 6e prijs f 70.—; 7e prijs f 60.—; 8e prijs f 50.—; 9e prijs f 40.—; 10e prijs f 30.—; 11e en 12e f 25.— ; 13e en 14e en 15e f 20.— en verder prijzen van f 10.-. De winnaar ontvangt evenals bij de nieuwelingen en amateurs een grote lauwerkrans met lint aangeboden door de St. Vincentiusvereniging Voor elke ronde is een premie beschikbaar gesteld, f 5.—, f 7. — of f 10.—. Voorts is door een bekend Herenmodemagazijn is voor de best geplaatsten Limburgse renner een sportulster ter waarde van f 32.50 beschikbaar gesteld, terwijl voorts voor de renner, die in de snelste ronde het eerste de eindstreep passeert een zilveren legpenning te verdienen is, geschonken door de gemeente Heerlen, die evenals een zilveren legpenning beschikbaar stelt voor de renner, die naar het oordeel der wedstrijd commissie de beste prestatie levert. En dan zijn er nog twee bronzen legpenningen door deze gemeente geschonken te verdienen.
De Duivelsrit had niet alleen bij de Heerlenaren zelf reeds grote populariteit verworven, maar ook onder de renners bleek de animo van de eerste dag af dat de inschrijving open stond zeer groot te zijn. Er is dan ook een record aantal inschrijvingen binnengekomen, waarvan alleen die van de voornaamste renners zijn aangenomen. Bij de profs en onafhankelijken hadden alleen reeds 160 rijders ingeschreven. Bij de gehele organisatie van de Duivelsrit heeft men in de diverse comité’s een lijn getrokken: orde.
Voor het sportcomité dat zich met het engageren van de renners zag belast, gold dit in de allereerste plaats, ’t sportcomité heeft zich gevrijwaard van alle moeilijkheden en rompslomp, die bij een niet tijdige sluiting van den inschrijvingstermijn voordoet, gevrijwaard, door geen renner, ook al had hij nog zo’n grote naam, na de inschrijvingsdatum meer aan te nemen, ze gladweg te weigeren. Zo is het ook de gebr. van Schendel vergaan. Het engageren van de renners is geen sinecure geweest, maar alle moeite, die het sportcomité zich getroost heeft zijn schitterend beloond geworden.
Men heeft in Heerlen een veld bijeen gebracht, dat in kwaliteit met de grootste wielergebeurtenissen in het buitenland kan wedijveren. Naast de Nederlandse deelnemers bij de profs de sterksten die Nederland ter been kan brengen vindt men een Belgische ploeg, zo sterk als men tot nog toe in Nederland niet aan het werk heeft gezien. De Duitsers komen ook met een ploeg sterke wegrenners, terwijl onze Limburgse renners ook in groten getale aanwezig zijn. Bij de amateurs heeft men ook een uitgezochte groep bij elkaar gebracht, evenzo goed als bij de nieuwelingen die tegelijkertijd met de amateurs starten.
De nieuwelingen en amateurs starten tegelijkertijd om 1 uur. De eerstgenoemden rijden 25 km (12 ronden), de amateurs rijden 52 km (25 ronden). Wie zal hier weten te winnen? Wij kunnen hierop moeilijk een antwoord geven. Wij bezitten de gave der profetie niet, maar afgaande op de diverse prestaties, die in het afgelopen zomerseizoen zijn geleverd, mag men toch wel veronderstellen, dat Van Loo, Toontje Pijnenburg, Jef Pisters, Sèr Vroomen en nog enkele anderen een goede kans op den erepalm maken, al zijn verrassingen niet uitgesloten.
Eenzelfde vraag gooit zich onwillekeurig hier op, wie zal bij de amateurs winnen. Men kan zich in allerlei gissingen verdiepen. Zo mag b.v. de Maastrichtenaar Seijen, die dit seizoen naar wij menen reeds twee overwinningen op zijn naam heeft, een zeer belangrijke rol in deze koers toebedelen, maar daarnaast moet toch inde allereerste plaats onze nationale kampioen Gommans een zeer goede kans op de eerste plaats worden gegeven. Verder kunnen nog als vermoedelijke best geplaatsten worden genoemd Banken, Groenewegen, Sjeuf Hendriks, die de Olympische selectierit in Valkenburg won, Hofman, van Loo en Smits. Bij de Duitsers zal men het oog gericht moeten houden op Kropp, een uitstekend wegrenner, die deze zomer deel uitmaakte van de Duitse olympische wegploeg. Zoals we hierboven vertelden is evenals voor de nieuwelingen ook voor de amateurs een groot aantal premies beschikbaar gesteld. Dit zal zijn invloed op de koers ongetwijfeld doen gelden. De renners zullen een voor een zich voor het volle pond geven om een van die kostbare stukken in een snel sprintje uit de wacht te slepen. Maar de erepalm zal hen ook veel waard zijn omdat een overwinning inde Duivelsrit dubbel zal tellen en in de toekomst als een zeer kostbaar bewijsstuk zal gelden. Dit brengt factoren in het spel, die ons een uitermate spannende koers tegemoet doen zien, zodat het publiek waar voor zijn geld zal krijgen.
De profs en onafhankelijken. De koers die de profs en onafhankelijken zullen rijden — 125 km (60 ronden) — vormt de clou van de Duivelsrit. Hier starten renners, die tot de beste van ons land, België, Duitsland, ja tot de besten ter wereld behoren. Hier is een veld bijeen gebracht — het mag gerust nog een keer gezegd — dat in Nederland nog „nie dagewesen” is.
Uit dit grote aantal deelnemers ook maar de vermoedelijke best geplaatste renners aan te wijzen is onzinnig. De kansen der diverse grootheden, laten zich niet afwegen ineen dergelijke koers, daar komen te veel factoren in het spel, die alle berekeningen omgooien. Wat we wel met zekerheid kunnen zeggen en dat doen we op grond van gedane verklaringen is, dat de sterke Belgische ploeg een gecombineerde aanval zal wagen op de beste plaatsen. Moeten we daarom bevreesd zijn, dat de Belgen met de grote hap over onze grens zullen verdwijnen. Daar is geen reden voor, want onze Nederlandse wegrenners hebben in de laatste koersen bewezen voor hun Belgische collega’s niet meer onder te doen. Bij de opkomst der rondes in onze provincie was het in het begin troef, dat de Belgen met de prijzen gingen strijken. Dat speelden zij niet zozeer klaar door hun individuele kracht, dan wel door hun betere tactiek en samenwerking. Zij lieten de Hollanders en Limburgers het zware wek doen, om ten slotte tegen bet einde van de koers, omdat zij nog over voldoende reservekracht beschikten er tussenuit te jagen. Onze landgenoten hadden hun krachten verbruikten konden de uitlopende Belgen niet achterhalen. Dat behoort nu tot het verleden. Onze jongens hebben in korte tijd geleerd hun krachten te gebruiken. De overwinningen van de Belgen in de eerste Ronden behaald maken successievelijk plaats voor Nederlandse overwinningen. Een verheugend teken, dat voor morgen toch wel ten aanzien van de Nederlandse verrichtingen hoopvol stemt. Dit optimisme is nog temeer gerechtvaardigd, daar wij inde Nederlandse ploeg enkele renners tellen, die de beste Belgische renner op de knieën krijgt. Hebben wij niet een Theo Middelkamp, die in de Tour de France zijn sporen verdiende en die in de laatste wereldkampioenschappen op de weg in Zwitserland door als derde te eindigen toonde, dat hij tot de besten ter wereld behoorde. Hebben wij niet een Kees Pellenaars, die evenzo in het internationale milieu tot de besten behoort. Vergeten wij de sterk opkomende Van Amsterdam niet die inde laatste maanden niet minder drie verrassende overwinningen op zijn naam bracht o.a. in Eygelshoven en Roermond. Dan hebben wij nog de beschikking over Jan Gommers, de Groen, Heeren, Slaats niet te vergeten, Stuyts en de beide Valentijns, potige knapen, die het vak van routier uitstekend verstaan en voor de Belgische renners geen stap opzij gaan. Moeten wij met zo’n uitstekende vertegenwoordiging bevreesd zijn voor de Belgen, al hebben zij de beschikking overeen Silveer Maes, de man die de Tour de France won, overeen Marcel Kint, die eveneens een prachtige beurt maakte in de Tour de France. Dat zijn geen renners, die met zich laten spotten, evenmin geroutineerde krachten als Billiet, Cardynaels, Duerlo, Dictus, Dignef, Hardiquest, Horemans, Loncke, Schepers, Smetsen, Vissers om de beste Belgen maar te noemen, dat is bekend genoeg, maar toch onze Nederlandse jongens kunnen zich handhaven. Naast al deze grote mannen van de weg dient verder aparte aandacht geschonken te worden aan Arsène Mersch, de Luxemburgse Tour de France-renner, vijfde in de laatste Tour. Hij zal in dit milieu heus wel zijn partijtje blazen.
Wat zal Jan Pijnenburg presteren? Een apart woordje mogen wij wel wijden aan Jan Pijnenburg’s optreden. De populaire Tilburgenaar, die op de baan zijns gelijke niet heeft, heeft deze zomer meermalen ervaren, dat een wegwedstrijd iets anders vergt dan een koppelwedstrijd. D’n Pijn weet dit zelf zeer goed, maar hij heeft het in zijn hoofd gezet ook op de weg iets te gaan betekenen. Zijn eerzucht en zijn ijzeren wilskracht stellen hem in staat zulks te bereiken, maar dat gaat niet een-twee-drie. Daar is hij zelf ook van overtuigd. Desniettemin is hij vol goede moed voor de Duivelsrit, waarvoor hij spontaan zijn medewerking toezegde, toen hij hoorde, dat deze ten bate van de Heerlense armen wordt gehouden. Daarenboven meende hij aan Heerlen verplichtingen te hebben. Heeft Heerlen hem niet op den weg naar de eerste successen gevoerd, heeft hij hier op de wielerbaan niet naam gemaakt? Heeft Heerlen hem niet groot helpen maken? Dat was d’n Pijn niet vergeten. Vandaar ook zijn spontane geste. En, Pijn, als je de Duivelsrit eens kon winnen, zei iemand tot hem, dat zou wat wezen. Dan had je gelijk de kroon op je werk gezet, als baan- en wegrenner. Pijn grijnsde eens. Hij geloofde er zelf niet in. En als een pistoolschot klonk het vlak daarop uit zijn mond: Maar rijden zal ik! De schitterende prestatie die Pijnenburg in den Groten Prijs van Brasschaat heeft geleverd, moet hem moreel gesterkt hebben voor den zware koers van Zaterdag aanstaande.
En hoe zit het met de Limburgse jongens? Het kan niet ontkend worden, dat onze Limburgse jongens in dit internationale milieu ’n zware taak staat te wachten. Zij zullen het hard te verantwoorden krijgen. Zullen zij een kans krijgen om in de prijzen te vallen. Waarom niet als zij samen willen werken, want de enkeling kan in deze monsterkoers niets bereiken. Dat zij dit begrijpen. Voor de sprinters is er wel wat te halen, Willy Vroomen, Savelsberg, Clignet, Pietje Ramaekers, om de besten maar te noemen, maken kans enige vette premies in de wacht te slepen als zij uit hun doppen kijken. Verder over de koers uit te wijden heeft geen zin. Het zal er duvelsch spannend en hard naar toe gaan. Daar kan men van verzekerd zijn. De prijzen en premies zijn niet mis en deze zijn een waarborg, dat het publiek zal kunnen genieten.
Voordat de profs en onafhankelijken om drie uur zullen starten, zal een huldiging plaats vinden van de vier Tour de France rijders Theofiel Middelkamp, Silvère Maes, Marcel Kint en Arsène Mersch. Klaroengeschal zal hun komst aankondigen. Na een korte toespraak zullen zij een ereronde langs het parcours maken.
Grammaphoon muziek zal voor een gezellige stemming zorgen terwijl voorts druk gevlag — wij hopen dat de inwoners van Heerlen gevolg zullen geven aan het verzoek van Ir. Rinser — de stad en vooral het parcours een feestelijk aanzien zal geven. Het startschot voor de profs zal door onzen burgemeester dhr. van Grunsven worden gegeven. Het controlestelsel zal in de Duivelsrit zeer streng zijn zodat elke ongerechtigheid, die eventueel mocht worden begaan, direct gerapporteerd zal worden. Het kleedlokaal der renners is gevestigd in de Mijnschool. Premies die verreden worden, zullen door de microfoons en voorts 500 meter voor de finish in de laatste bocht door een teken met de witte vlag aangekondigd worden. Het ingaan van de laatste ronde wordt afzonderlijk aangegeven door het luiden van de bel. De uitkering van premies en prijzen heeft plaats uiterlijk anderhalf , uur na de wedstrijd in het Grand Hotel. Wij geloven, dat wij de lezers een voldoende beeld hebben gegeven, van het geen zaterdag op de Duivelsrit te koop is. Wij geloven dat het overbodig is tot een bezoek aan te sporen.
Programmaboekje 1e Duivelsrit, archief Philippe van Wersch. Lees meer over de Heerlense wielerbaan “het kuipke” op het Bekkerveld Heerlen en de 1e Duivelsrit: https://warsage.nl/de-wielerbaan. Hartelijk dank Philippe!!
Verrassende zege van Jan Pijnenburg over de mannen van de weg
Sèr Vroomen weer de sterkste van de nieuwelingen
Sjaak Sijen werd overwinnaar verklaard van de amateurs
De snelste renner bleek Joep Clignet te zijn die in de 2de ronde als eerste over de meet ging in een tijd van 2 min. 57 4/5 sec. Hij won hiermede een zilveren legpenning van de Gemeente Heerlen. Een beker ter waarde van f 30, geschonken door de heer Roosen voor den renner die het meest aantal keren als eerste over de meet ging, was voor Kees Pellenaars, die 9 keer dit stukje uithaalde, voor Willy Vroomen die het 6 keer wist te bewerken. Jammer was het dat de Heerlenaar tweemaal een lekke band kreeg en hierdoor viermaal van rijwiel moest veranderen, doch telkens weer wist bij te komen.
Wedstrijdverslag Nieuwelingen
Om 13.15 uur werden 26 Amateurs de baan opgestuurd en anderhalve minuut later gingen de 17 Nieuwelingen op weg om 12 ronden af te leggen. De eerste ronde, welke in 3 min 13 sec. werd afgelegd, de snelste. Hordijk won de premie. Dan is het Toontje Pijnenburg die als eerste over de meet gaat voor Vroomen. Huybers en Hordijk. Pisters komt dan als eerste over de meet, gevolgd door v. Loo. Dan heeft Huybers de leiding voor Vroomen, Hordijk en Pijnenburg; v. Loo en Schmits zijn iets los. In de 5e ronde heeft v.d. Neut een kleinen voorsprong op Vaessen, terwijl Huybers de groep trekt. Ook in de 6e ronde heeft v.d. Neut nog een kleine voorsprong op het peloton dat door Pijnenburg geleid wordt. Dit wordt Vroomen toch te gewaagd en hij weet de vluchtenden weer in te lopen en gaat op zijn beurt er vandoor om met een kleine voorsprong in de 7de ronde als eerste de meet te passeren, terwijl Pijnenburg het peloton op sleeptouw heeft. In de 8e ronde heeft Vroomen plusminus 80 meter voorsprong en het zijn v.d. Neut en Pijnenburg die de groep leiden.
Vroomen zet moedig door en vergroot zijn voorsprong doch de groep onder leiding van Pisters en Pijnenburg zetten de jacht op den vluchter in, maar deze laat zich niet verschalken en houd flink stand. In de 10e ronde heeft hij reeds 15 sec. voorsprong op De Groen. Huybers komt bij de jury verklaren dat hij de strijd heeft opgegeven. Weer komt Vroomen alleen voorbij en heeft 20 sec. op de groep die door Van Loo wordt aangevoerd. Bijl is iets verachterd en tot slot passeert Schmits. Hofman is afgevallen en zit bij de amateurs mee te peddelen en dan komt de laatste ronde. Vroomen rijdt als een duivel en met 28 sec. voorsprong op de groep weet hij als eerste de eindstreep te passeren. Hij heeft 25 km afgelegd in 40 min. De overigen betwisten elkaar de plaatsen in de sprint en hier is het Toontje Pijnenburg die met gering verschil weet te winnen voor Pisters, Hordijk, Van Loo, v.d. Neut, enz.
De uitslag luidt:
1. S. Vroomen, Heerlen in 40 min., gem. 37.5 K.M.
2. T. Pijnenburg. Tilburg op 28 sec.
3. J. Pisters, Wylre.
4. B. Hordijk, Rotterdam.
5. P. v. Loo, Gulpen.
6. A. v.d. Neut, Amsterdam.
7. H. Bisschof, Simpelveld.
8. P. Timmermans, Waalwijk.
9. J. Collard, Waalwijk. 10. A. Pal, Waalwijk.
11. J. Bijl, Venlo.
Wedstrijdverslag Amateurs
De Amateurs hebben zich ook al geducht geweerd, doch we zullen hun maar weer van begin af gaan volgen. In de eerste ronde zien we Van Loo (Gulpen) de bende aanvoeren en ligt alles bij elkaar. In de volgende ronde is het Hoffman die voor Seijen en Reijnaerts passeert, terwijl Mevissen reeds iets achter is geraakt. Dan weten Claessen, Bastings en Reijnaerts zich van de groep los te maken en een kleinen voorsprong te nemen op Peters (Heerlen), die weer een 10-tal meters voor de groep ligt, die door den Koning der Vredesbaan, Rob. Souren geleid wordt. De 3 leiders hebben reeds 100 meter voorsprong en lossen elkaar goed af. Het peloton wordt door Peters aangevoerd. In de 6e ronde is echter alles weer bij elkaar en heeft Baetsen de leiding voor Gulikers, van Loo enz. Becker is reeds verachterd. Dan is het Seijen die enkele malen als 1e de eindstreep passeert. Becker geeft op wegens kettingdefect. In de 10e ronde hebben Anneesen en Schrijnemakers een kleinen voorsprong op de groep die door Reijnaerts en Bastings geleid wordt. Anneesen gaat er dan alleen vandoor en heeft 50 meter op Claessen en Bastings die iets voor de groep liggen, welke door Peters geleid wordt. Anneesen behoudt zijn voorsprong, terwijl de beide anderen worden opgeslokt door het peloton dat door Gemonde wordt getrokken. Dan is het Claessen die uit de groep springt en zich bij de leider voegt en met een kleinen voorsprong op Gemonde en Meijer weet voorbij te komen, gevolgd door Reijnaerts, terwijl hierna de groep onder leiding van Souren volgt. Dan is het Meijer en Anneesen die alleen doorkomen, maar door de groep worden ingelopen. Nu gaat de Silva er vandoor en weet gedurende de 4 ronden de leiding te behouden met ongeveer 15 sec. voorsprong op de groep, waarin Seijen en Hoffman zich geducht weren. Als deze vluchteling is ingelopen heeft het veld zich uiteengerukt, maar alles komt weer bij elkaar. De nieuweling Hoffman die nog steeds bij de amateurs zit, wordt diverse malen gewaarschuwd om de strijd te verlaten, maar deze renner is blijkbaar aangetast door de rondenziekte en in plaats van 12 ronden heeft hij er reeds 20 gereden, blijkbaar om te bewijzen dat hij het wel kan want hij zit plotseling bij v. Loo, Baetsen en Meijer, die er vandoor zijn gegaan. In 1 uur zijn 37.4 km afgelegd. Nogmaals komen deze 4 renners voorbij, doch worden weer ingelopen. In de 22e ronde is Meijer alleen op kop met een kleine voorsprong op de groep die door Schrijnemakers geleid wordt. Dan zien we Hoffman een premie winnen voor Seijen in een prachtige spurt.
In de voorlaatste ronde heeft Seijen de leiding voor Hoffman, Baetsen, Banken, Claessen en Reijnaerts, terwijl de groep door Rob Souren wordt geleid. In de laatste ronde wordt geweldig gekampt. Het gehele peloton ligt nu bij elkaar en stormt op de eindmeet af waar Seijen de leiding heeft en in duel komt met Hoffman. Een vinnige sprint volgt en Hoffman weet op het laatste gedeelte nog voor te komen en gaat met 3/4 lengte voor Seijen over de streep, gevolgd door Van Loo, Lebon, Gemonde, Banken, Beulen enz. Charles Hoffman wordt echter gediskwalificeerd, omdat hij zich aan anderen zou hebben vooruitgetrokken en zo krijgt Seijen de eerste plaats.
De uitslag luidt:
1. H. Sijen, Maastricht, in 1 uur 24 min. 18 sec., gemiddeld ruim 36 K.M.
2. H. v. Loo, Gulpen.
3. G. Lebon, Maastricht.
4. B. Gemonde. Arnhem.
5. J. Banken, Waubach.
6. J. Beulen, Swalmen.
7. J. Bastings, Mechelen.
8. J. v. Oosterbosch, Schinveld.
9. J. Kleintjens, Hoensbroek.
10. E. de Silve, Heerlen.
11. A. Schrijnemakers, Eijsden (B.)
12. T. Gulikers, Maastricht.
Wedstrijdverslag Profs en onafhankelijken
Om half vier volgt de grote strijd der Profs, en zetten zich 72 deelnemers in de strijd, waaronder de nieuwe professional Gommans, die in deze categorie voor het eerst start. In een flink tempo wordt aan deze 125 km begonnen en het is de Rotterdammer Berwers, die de eerste ronde leidt. In de 2e ronde is de eerste premie van f 10 te verdienen en het is Clignet die de eerste buit binnen palmt in de tijd van 2 min. 57 4/5 sec., hetgeen de snelste ronde is waardoor hij nog een extra premie verdient, een zilveren legpenning van de Gemeente Heerlen. De premies zijn talrijk en de ene f 10 worden door de andere opgevolgd. De Belg Jan Staeren wint de volgende en dan is het Willy Vroomen die met een flinke voorsprong beslag op de volgende premie weet te leggen, doch meteen krijgt hij ’n lek bandje en moet van rijwiel verwisselen, maar heeft het peloton weer spoedig te pakken.
A. Vaessen is komen te vallen en moet de strijd opgeven. De Duitser Kolvenbach pikt de volgende premie binnen. De groep vormt een lange sliert en alsnog is er niets bijzonders te vermelden. In de 9e ronde hebben Heslinger, Muller, J. Vroomen en Heijenrath een kleinen voorsprong op de groep die door Clignet wordt aangevoerd, v. Gerwen komt met flinken achterstand voorbij. In de 11e ronde heeft de Luxemburger Mersch een achterstand op de groep te boeken, maar weet weer bij te komen. Het is Clignet die weer enkele premies bemachtigt. Het veld is iets uiteengerukt. We zien Pellenaars en v.d. Baan met een kleinen voorsprong voorbijkomen, waarna een groep geleid door Gommans en waarin Motké, Berwers, Valentijn en H. Janssen en dan de grote groep. Van Gerven en Gramser komen met flinke achterstand voorbij. Inde 14e rond hebben we een kleine uiteenrukking van de groep. Op kop zitten M. Valentijn, Kleinegreve en Cardynaals. Op 30 meter volgen Pellenaars, Berwers en Gerritsen en daarna de groep. Willy Vroomen heeft weer een lekken band doch weet twee ronden later weer een premie te bemachtigen, welks voorbeeld door Clignet wordt gevolgd. In de 19e ronde leveren Clignet en W. Vroomen een flinke strijd voor de premie welke door Vroomen wordt gewonnen. De groep wordt door Jeu Vroomen geleid. Tacken en Mersch gaan er dan vandoor en nemen een kleine voorsprong waardoor de groep weer uiteenvalt. We zien deze beiden op kop, gevolgd door J. Schepers, daarna Savelbergs en Dignef en dan de groep, geleid door Clignet. Kleinegreve heeft defect gekregen en staakt, terwijl ook Gramser het strijdperk verlaat. De beide vluchtelingen zetten goed door en hebben inde 22e ronde een voorsprong van 15 sec. op Motké en 22 sec. op de groep die door Heijenrath wordt aangevoerd. Zo blijft de stand tot de 24e ronde en dan is Motké teruggevallen in de groep en is Pellenaars er vandoor gegaan op zoek naar de leiders, die 30 sec. voorsprong hebben op de groep die door v.d. Baan wordt geleid. Zou de strijd thans losbreken? Pellenaars zet geducht op en weet bij de leiders te komen die nog steeds 30 sec. voorsprong op de groep hebben, v. Gerwen raakt een ronde achter en wordt uit de strijd genomen. Dan krijgt Mersch defect. Gommers heeft de strijd gestaakt evenals de Belg Tielens. Ook Verveen geeft op wegens valpartij, welks lot ook door Muller gedeeld wordt. Nu zit Pellenaars alleen op kop, gevolgd door Tacken en op 25 sec. de groep, waarin Mersch zit. Inde 28e ronde heeft Pellenaars 13 sec. voorsprong op een groepje bestaande uit Tacken, Dignef en Vroomen, terwijl op 27 sec. de groep volgt, geleid door Savelberg, H. Jansen en Mater. Pellenaars kan zijn voorsprong niet handhaven want de drie achtervolgers hebben inde 29ste ronde slechts 7 sec. achterstand op Pellenaars die nog 20 sec. op de groep heeft. Inde 30e ronde heeft Vroomen W. de leiding vaneen groepje bestaande uit C. Valentijn, Pellenaars, Dignef en Tacken, terwijl de groep geleid wordt door Staeren. Dan zijn het Willy Vroomen en Pellenaars die met 20 sec. voorsprong passeren op Dignef en C. Valentijn; daarna volgt Tacken en na deze de groep onder leiding van v.d. Baan. Mersch is iets verachterd. Alles komt weer te samen, totdat plots Dignef de benen neemt en 17 sec. voorsprong weet te nemen op Motké, Schepers, enz. De Belg zet flink door en heeft 20 sec. op Motké en Schepers en 35 sec. op de groep die door Loncke en Staeren getrokken wordt. K. Horemans heeft de strijd gestaakt. Met afwisselende kansen gaat de strijd voort. In de 35e ronde heeft Dignef 7 sec. voorsprong op Schepers en Motké; 18 sec. op Dictus, Stuyts, Loncke en Staeren. Op 35 sec. volgt het grote peloton. Dignef wordt ingelopen door Schepers, Motké, Staeren en Loncke en deze hebben 15 sec. op Duerloo en Raes, terwijl de groep op 30 sec. onder leiding van v. Amsterdam de achtervolging inzet. Tacken die gevallen is geeft op evenals Gerritsen. Alles komt weer bij elkaar, doch dan komt het bericht binnen dat de Luxemburger Mersch de strijd heeft moeten opgeven wegens defect. Middelkamp die steeds achter aan de groep rijdt, wacht zijn kans schijnbaar af, doch zal die niet krijgen want na eerst bandenpech te hebben gehad, krijgt hij even later kettingdefect en moet in de 40e ronde de strijd staken, waardoor reeds twee Tour de France-rijders van het toneel zijn verdwenen.
Onderwijl hebben Pellenaars, Berwers en Dictus een voorsprong van 27 sec. weten te nemen, doch de groep wordt geleid door v. Amsterdam. Dit blijft enkele ronden aanhouden maar dan valt Berwers bij de leiders weg en hebben v. Amsterdam, Couwenberg en Valentijn zich van de groep weten los te maken en zitten achter de leiders. In de 45e ronde geeft de landskampioen Piet Gommans wegens banddefect de strijd op. Van Amsterdam, Dictus, Pellenaars en Valentijn hebben de leiding voor v. Hasselt, Billiet enz., maar alles komt weer bij elkaar. Nu zijn het Sylveer Maes en Staeren, die er vandoor gaan doch na 2 ronden is alles weer compleet. Inde 50ste ronde gaan er 4 Belgen vandoor en wel v. Hasselt, Vissers, Duerloo en Cardynaels en weten 50 meter voorsprong te nemen. Thans geloven we dat de strijd ernst gaat worden want daarachter zijn het Billiet, Sylveer Maes en Raes die op kop van de groep zitten voor v. Amsterdam en Staeren. Er zijn dan reeds 7 Belgen voorop met een Nederlander en we vrezen dat de beste brokken naar België zullen gaan. Deze strijd duurt enkele ronden maar onder leiding van Sylveer Maes weet het peloton de uitloopers weer in te halen. We gaan naar het einde maar nog is er geen teekening te bespeuren. In de 56e ronde hebben weden volgenden stand: Vissers, Billiet, Duerloo, Pellenaars, Sylveer Maes, v. Amsterdam, Raes, v. Hasselt, Cardynaals, W. Vroomen, v. Look en verder de groep, zodat alle Belgen inde voorste gelederen zitten. Ook de volgende ronde is de stand nog zo, maar dan komt Pellenaars met een kleine voorsprong voorbij maar weer wordt hij ingelopen. Inde 59e ronde is het Sylveer Maes met Willy Vroomen, die een kleine voorsprong hebben doch of ze het zullen volhouden, betwijfelen we. J. Vroomen geeft dan op. We krijgen de laatste ronde en alles is bij elkaar, zodat we ons op een felle sprint kunnen voorbereiden. Dicht opeengepakt komen ze de Bekkerweg af en plots zien we Pijnenburg van achteren komen en een flinke strijd leveren met de Belgen Duerloo, Billiet en Hardiquest, maar de Pijn heeft nog iets in reserve, weet zijn tegenstanders achter zich te laten en deze duivelsrit te winnen, zodat we thans ook de Pijn als winnaar van een wegwedstrijd kunnen huldigen. De hele groep was bij elkaar en tenslotte werden door de jury de volgende 20 renners in volgorde geplaatst, terwijl de overigen allen op de 21e plaats gezet werden.
De uitslag van de 1e Duivelsrit luidt:
1. J. Pijnenburg, Tilburg, in 3 uur 12 min. 30 sec., gemiddeld 39 km/u.
2. L. Duerloo, Antwerpen.
3. A. Billiet, Laerne.
4. L. Hardiquest, Hougarde.
5. W. Vroomen, Heerlen, 1e Limburger.
6. Martens, Tilburg.
7. M. Raes, Heusden.
8. J. Lambrichs, Bunde.
9. S. Maes, Gistel.
10. A. v. Amsterdam, Leiderdorp.
11. J. v. Klinken, Eindhoven.
12. G. Heslinger, Den Haag.
13. W. Lemmens, Gulpen.
14. F. v. Hasselt, Schoten.
15. A. Dignef, Landen.
16. J. Kolvenbach, Keulen.
17. C. Valentijn, St. Willibrord.
18. C. Pellenaars, Terheijden.
19. Savelsberg, Treebeek.
20. Ramaekers, Heerlen.
DUIVELSRIT-FLITSEN
EEN HISTORISCH DOCUMENT
Een daverend sportfestijn is deze duivelsrit in de Mijnstad geworden en dat was natuurlijk voor een zeer groot deel te danken aan de organisatie, maar daarnaast toch ook aan de omstandigheden. Want nadat het er van den zomer en ook de laatste dagen toch nog heus niet zo bijster heeft uitgezien met het weer, lachte daar bij dit wielerfeest een pracht van een zon over de mijnstreek en de nationale feestdag, welke tegelijkertijd gevierd werd en die aan zovelen een plotseling vrije dag heeft bezorgd, deed er nog eens een schepje op om dit gebeuren tot een waar evenement te maken. Neen, werkelijk, het kon niet mooier.
Toen de eerste Heerlenaren in de welgedane gemoedelijkheid van “zo-maar-een-vrije-dag” in de ochtend eens een wandelingetje gingen maken, arriveerden de eerste autobussen en touringcars en fietsers en gewone auto’s reeds in de stad. En toen het tegen de tijd voor de middagmaaltijd begon te lopen, groeide de belangstelling bij den Bekkerweg, waar de start en de finish van de Duivelsrit zou komen, sterk aan. Dat het vanaf het moment, dat er iets gebouwd werd, hier een verzamelpunt van belangstellenden was geweest, spreekt intussen vanzelf. Om twaalf uur is de gehele route van de wegwedstrijd door de politie afgesloten en tegelijkertijd begonnen toen ook de eerste betalende bezoekers reeds naar de plaatsen te komen. En toen het zo langzaamaan één uur was geworden en de toebereidselen werden gemaakt voor de start van de nieuwelingen en de amateurs, toen was het grootste gedeelte van den weg reeds omzoomd door ’n dichte haag toeschouwers, die in gespannen aandacht te wachten stonden op de knal uit het startschot.
En de knal kwam. De heer Ferd. van Wersch stak om even één uur, toen alle amateurs en nieuwelingen gereed stonden om hun resp. 25 en 12 rondjes te gaan trekken, een gevaarlijk schiettuig de lucht in. „Boem” zei het schiettuig en zonder dat er dames flauwvielen van schrik, was de eerste helft van de Duivelsrit al begonnen.
Een stuk of vijftig renners kromden hun ruggen en stonden op hun pedalen om zoo snel mogelijk vaart te krijgen en toen waren ze weg ook. En dat is in het kort te wijze, waarop de eerste wegwedstrijd in Heerlen een aanvang heeft genomen. Dat wil dus zeggen, dat dit relaas daarover niet meer of minder dan een historisch document is. Als in 2035 de honderdste Duivelsrit met grote feestelijkheden zal worden begonnen, zal op de feestelijke tentoonstelling, welke dan gehouden wordt, een vergeeld exemplaar van dit blad aanwezig zijn, om de mensen te laten lezen, hoe de eerste keer het startschot gevallen is. Welnu, dan dient ook bekend te zijn, dat het startschot voor de profs, afgevuurd werd door den Burgemeester van Heerlen, dhr. van Grunsven, die het wapen een ietsje gemakkelijker hanteerde en die daarmee toch maar dat resultaat had het kan niet ontkend worden dat een dikke zeventig dappere kerels haastig wegvluchtten.
Maar van 2035 gesproken: misschien is het organiseren van een wegcours ten gevolge van het geperfectioneerde professionalisme dan wel zo makkelijk dat je alleen maar naar de Firma Wielmans en Co. hoeft te telefoneren met het verzoek een complete wegwedstrijd, gesorteerd internationaal, met acht gegarandeerde Tour-de-France-renners te willen leveren.
JANSEN, ZWAAI DE VLAG!
Als het ooit zo ver zou komen met die Firma Wielmans en Co dan zal men toch één ding moeten missen in de toekomst en dat is de algemene waardering voor degenen, die met veel inspanning en zeer veel persoonlijke offers de Duivelsrit hebben georganiseerd. In de afgelopen maanden is er hard gewerkt, maar daar is toch eigenlijk in al dien tijd niet veel van naar buiten gekomen.
Zeker, af en toe bleek uit de mededelingen en artikelen inde krant wel dat er iets bijzonders ging gebeuren, langzaam groeide wel het besef, dat er achter de schermen iets aan het tot stand komen was, maar per slot van rekening is toch eigenlijk zaterdag pas goed aan het licht gekomen, hoe er al die tijd is gewerkt. En het gekke is, dat het eigenlijk bleek, omdat er niets bijzonders was. Immers, de hele zaak heeft gedraaid of het de gewoonste zaak van de wereld was, vlot en gesmeerd heeft het programma zich afgewikkeld en als de renners dan voorbij waren geflitst en je had even een paar minuten om uit te blazen van de emotie, dan moest je je toch wel eens even realiseren, dat alles alleen daarom zo uitstekend verliep, omdat enige mensen om al die duizend-en-één dingen gedacht hadden, waarom gedacht moest worden, dat ze op alle vragen, die zich voordeden en hoe dichter de dag naderde, hoe veelvuldiger de vragen werden een antwoord hebben geweten, dat ze alle problemen hebben opgelost en voor alles iets gevonden hebben, vanaf het bouwen van tribunes tot aan het plaatsen van wegwijzers en vanaf de omroeper tot aan „Jansen-met-de-vlag” .
Eigenlijk is er maar één ding van te zeggen en dat is: het was perfect. Er was tijdens dit sportfestijn geen enkele aanleiding om aan de organisatoren te denken en dat is de grootste hulde, die hen gebracht kan worden, want dat wil zeggen, dat het nergens ook maar één ogenblik gehaperd heeft. En dat was zeker geen toevalligheid; dat was het resultaat van maandenlange nauwgezette arbeid.
En daarom mogen wij hier een ogenblikje in de huid van onzen, in dubbelen zin dikke, vriend, de omroeper kruipen, al past die ons kwalijk en uitroepen: „Jansen, zwaai de vlag! Zwaai de vlag om de hoge premie van onze welgemeende hulde aan te kondigen aan al de organisatoren van de duivelsrit in de Mijnstad!”
De eerste duivelsrit in de Mijnstad heeft een sensatie gehad van de beste soort en dat was de overwinning van Pijnenburg. En het is een feit, dat als iemand hier de Duivelsrit zijn sensatie kon geven, dat het dan de Pijn moest zijn, want in al de jaren van zijn roem op alle grote banen van Europa is de band van wederzijdse vriendschap tussen de groten Pijn en Heerlen nooit verloren gegaan. Op de Heerlense baan heeft hij zijn duivelskunsten altijd met extra veel plezier vertoond en zijn grootste duivelskunst te Heerlen vertoonde hij op de duivelsrit. Daar was een veld van de beste routiers van dit deel van Europa en daar tussen zat Pijnenburg, de baanrenner. Daar was de feilloos werkende combine van de Belgen en de weinige samenhang van de beste Nederlanders. Maar één ding heeft Pijnenburg gehad en dat was een inzicht in de mogelijkheden en de moeilijkheden van dit parcours en dat heeft tenslotte over alle kwade kansen gezegevierd. En als we deze eer aan Pijnenburg geven, dan zegt dat natuurlijk niets ten nadele van de andere renners, als bijvoorbeeld een Willy Vroomen, die ook geen routier is, maar desondanks enige zuivere baansprintjes wist te plaatsen, die niet alleen hun resultaten opleverden, maar bovendien een uitstekend kijkspel vormden.
Maar de sensatie was Pijnenburg toch en dat hebben ook de anderen in volle sportiviteit erkend, toen zij dadelijk na de finish de overwinnaar vol hartelijkheid gelukwensten. Onze Willy Vroomen was een van de eersten. Wat Pijnenburg heeft laten zien was inzicht. De eerste paar ronden werden in gesloten peloton afgelegd en de Pijn zat er zo maar ergens tussen. Toen gingen de eerste waaghalzen weglopen, jachten werden ontketend, vluchtelingen werden achternagezet, maar Pijnenburg lag in het grote peloton en niet eens vooraan. Daarna werden de vluchten serieus en gevaarlijker, maar Pijnenburg bleef bij de grote hoop. Voorsprongen van tientallen seconden werden bereikt, het tempo werd scherper en scherper, maar een was er, die het nutteloze van deze pogingen op dit circuit inzag en dat was Pijnenburg. Om de premies werd in alle felheid gestreden, maar ergens achter in de troep draaide de Pijn lustig zijn rondjes en hij lachte om gewonnen tientjes, want hij had iets anders op het oog. En toen bij de laatste ronde het hele peloton weer bijeen lag en zoals hier, achteraf bekeken, iets gebeuren moest, toen lag Pijnenburg er nog steeds éven rustig bij, maar toen kwam ook meteen het ogenblik, dat hij zijn kans ging nemen. Pellenaars en Van Amsterdam en Vroomen hadden met de Belgen een strijd op leven en dood gestreden; alle weglopers waren weer netjes bij elkaar en toen, ergens op den Benzenraderweg ging de Pijn er tussen uit. Hij had geweten, dat hij het rustig op dit moment kon laten aankomen, maar toen gaf hij ook in enkele seconden, wat anderen in vele minuten gegeven hadden.
Als een ware duivel kwam hij in zijn vuurrode shirtje van de berg afzetten met al de cracks van de weg op zijn hielen. En als een duivel kneep hij de laatste honderd meter uit zijn benen, totdat hij over den eindstreep zo inde armen vaneen jubelend publiek terechtkwam. „Nou heb ik laten zien dat ik ook een wegrace kan winnen”, zei Pijnenburg voor de microfoon. Er was meer: hij had laten zien, dat hij in Heerlen zelfs een duivelsrit kon winnen.
JUBELTOCHTEN
De jubel, waarin Pijnenburg viel, toen hij zich het eerst over den eindstreep had geperst, hield nogal even aan. Daar moest natuurlijk eerst een ereronde worden gemaakt, hetgeen geen kleinigheid was bij die enthousiaste naderbij golvende menigte, maar gelukkig was er de politie, die voor deze gelegenheid in haar nieuwe uniform was uitgedost en deswege nog meer dan anders een kranige aanblik opleverde.
De politie dan bracht de uitkomst, want in een ogenblik zat Pijnenburg en Willy Vroomen samen in de zijspan vaneen politiemotor, die zich, nadat de fotografen het geval onder vuur genomen hadden, ronkend een weg tussen de menigte door baande. Zo werd voor de laatste maal tussen een haag van jubelende mensen het circuit gereden en zoo zullen ook vele foto’s kunnen getuigen, hoe Pijnenburg en Willy Vroomen, broederlijk vereend, te Heerlen „met de politie in aanraking” kwamen.
Maar met dat al was aan het gejubel nog geen eind gekomen, want reeds werd bij de Mijnschool een grote feestelijke stoet geformeerd. Het Rode Kruis, dat tegenover de Mijnschool zijn tent had opgeslagen, maar gelukkig geen ernstige ongelukken te behandelen had gekregen, had hier nog een verrassing in petto in de vorm vaneen grootse praalwagen met de beeltenissen van H. K. H. Prinses Juliana en Prins Benno, welke in de stoet zou meetrekken.
Maar ook onze Schutterij was aanwezig en de Harmonie St. Caecilia en het Trommel- en Pijpercorps „Vrei Weck” en de mannen en vrouwen van ’t Rode Kruis en daartussen in waren auto’s met de Burgemeester en de organisatoren en de besturen van Oranje-comité en V.V.V. en het Rode Kruis. En daarbij als hoofdmoment de winnaars van de ronde, en dat alles is onder muziek en gejubel door Heerlen getrokken, door de Vlotstraat en Akerstraat, langs Emmastraat, Wilhelminaplein, Stationstraat, Saroleastraat en Bongerd naar het Grand Hotel.
En overal een dichte haag van mensen, overal een luid gejuich en enthousiast gewuif en overal daverde de muziek tegen de huizen op, waar de mensen uit de ramen hingen en meejuichten en meewuifden.
En in het Grand Hotel kwam het ook nog niet tot rust, want daar bracht St. Caecilia nog een serenade aan de overwinnaars in de vorm van een plechtig Wilhelmus en daar was het nog lang een gewirwar van mensen, die de overwinnaars gelukwensten en de handen schudden, totdat eindelijk de rust een weinig terugkeerde en de vermoeide renners een kalm zitplaatsje vonden. Later op de avond zijn hier de prijzen en de premies uitgereikt en daarmee was de laatste acte van de Duivelsrit van de Mijnstad gespeeld. Maar buiten was inmiddels de vreugde om de verloving van de Prinses met Prins Benno opgelaaid tot een nieuw festijn. Maar daarover elders.
Fantastisch! Wat een taalgebruik en mooie foto’s
Prachtig tijdsbeeld weer.