1937-06-12 Valkenburg, NK op de weg, amateurs; Henk de Hoog
Met niet meer dan 85 cent op zak kwam de 17 jarige coureur uit Amsterdam op de fiets naar het Zuiden, om zijn kans te wagen bij het Nederlands wegkampioenschap op de Cauberg:
Henk de Hoog
Hij was met zijn 8e plaats de eerste amateur in het rennersveld en werd hiermee Nederlands amateur Kampioen van Nederland 1937..
Drie maal nam Henk de Hoog gedurende zijn carrière als wielrenner deel aan de Tour de France. Als er koers was in Valkenburg logeerde hij altijd in het pension van mijn grootouders aan de Nieuweweg in Valkenburg. Meer dan eens kwamen zijn maten Schulte en Middelkamp hem daar opzoeken, mijn vader heeft er nog vele verhalen over.
Onderstaand het verhaal over de winst van Hendrik de Hoog in het NK van 1937, zoals te lezen was in de krant, de dag na zijn overwinning:
De Hoog, een kranige jongen…
De kampioen der amateurs is geworden Hendrik (Henk) de Hoog uit Amsterdam. De prestatie van deze jeugdige knaap mag niet aan de vergetelheid prijsgegeven worden.
De Hoog heeft met zijn overwinning een goede reputatie vervult. Vorig jaar werd hij in het kampioenschap van Nederland al derde en kwam op een lek bandje binnen. In 5 open koersen wist hij als nieuweling te zegevieren.
Deze knaap is slechts 17,5 jaar. Geboren Amsterdammer is hij op 1 na de oudste uit een gezin van 11 kinderen, waarvan de vader werkloos is. Hij zelf is van beroep stukadoor, doch is wegens de crisis ook werkloos. Met 85 cent op zak kwam hij vorige week afgezet naar het Zuiden om zijn kans te wagen bij het Nederlands wegkampioenschap.
Hij maakte de reis per fiets en kwam Woensdag te Weert aan, waar hij bij een collega-renner bleef logeren. Donderdag vertrok hij aldaar en kwam terecht in Gulpen, waar hij bij een landbouwer om onderdak vroeg. Dat was akkoord als hij daarvoor een hand zou toesteken op de boerderij. Dit deed hij dan ook, door met den boer mee te hooien.
Vrijdag kwam hij een kijkje nemen op het traject. Hij stond te kijken van die Cauberg, iets wat hij nooit gezien had en reed hem eenmaal in gewoon tempo naar hoven, denkende “het zal wel gaan”.
Wat hij echter niet gedroomd zou hebben, geschiedde. Hij wist den titel kampioen der amateurs te behalen en was hiermede natuurlijk overgelukkig.
Wij troffen den jongen kampioen in gezelschap van burgemeester Hens van Valkenburg aan bij een stevige maaltijd. Van deze gelegenheid maakten we gebruik om hem een en ander te vragen.
De koers was wel zwaar geweest, doch toen hij in gezelschap zat van Antoon van Schendel, die hem als gangmaker trachtte te nemen, kwam hij tot de conclusie dat het wel ging. Toen hij eenmaal alleen als 1e amateur voorop lag zag hij zijn kans schoon en nam hem gretig waar.
Wij vroegen hem wat hij tijdens den koers te eten en te drinken had gehad. Hij vertelde dat hij van den boer, waar bij onderdak had gevonden, enkele spekpannekoeken had gekregen en een pul zuiver water. Met dit al maakte hij den tocht van 182 km.
Niettegenstaande burgemeester Hens hem te Valkenburg wilde laten logeren, kon hij hiertoe toch niet besluiten, menende aan zijn dankbaarheid ten opzichte van den boer tekort te schieten indien hij niet naar Gulpen trok om die mensen te bedanken.
Vertellen we nog dat de Hoog’s vader Olympisch kampioen gewichtheffen is geweest.
We wensen de jonge kampioen nog vele successen en hopen hem het volgend jaar op hetzelfde traject nogmaals aan het werk te zien in de Wereldkampioenschappen.
Méér wetenswaardigheden over Henk: Hij won als nieuweling in 1936 de Ronde van Den Bosch, van de Breemster, van Tilburg en van Vlissingen. Hij was in tal van andere wegwedstrijden bij de eerste vijf. Hij begon met koersen in 1934 en werd toen vier maal 1e, in 1935 een en twintig maal 1e en lid van wielervereniging “Le Champion” De Hoog woonde tijdens zijn wielercarrière in het Belgische Borgerhout en hij heeft dan ook veel in België gekoerst. Mede vanwege de Tweede Wereldoorlog is zijn erelijst beperkt gebleven. In 1949 werd hij vierde in de Ronde van Nederland en won daarin een etappe. Verder eindigde hij bij het Nederlands kampioenschap vier keer bij de eerste tien. Hij startte drie keer in de Tour de France, maar hij haalde nooit de aankomst in Parijs. In 1948 kon De Hoog zich lange tijd in de Tour handhaven. Zowel de Pyreneeën als de Alpen kwam hij goed door. Ook de verschrikkelijke Alpenrit van Briançon naar Aix-les-Bains overleefde hij en in de zware bergrit naar Lausanne bereikte hij verrassend als 27e en eerste Nederlander de finish. Omdat echter iedere dag de laatste renner uit het klassement uit de wedstrijd werd genomen, moest hij na de 18e rit alsnog het strijdperk verlaten. In de Ronde van Frankrijk 1949 werd hij in de Pyreneeënrit naar Pau door meerdere lekke banden getroffen, waardoor hij na het sluiten van de tijdscontrole arriveerde en uit de strijd genomen werd. In zijn derde en laatste Tour, die van 1950, kwam De Hoog in de afdaling van de Col d’Aspin zwaar ten val, waardoor hij gedwongen werd de strijd te staken.