13 december 2024

Marinus Valentijn’s Fraaie race om het wereldkampioenschap
Zwaar werk van Gerrit van der Ruit
Thijs van Oers staakt de strijd
 maandag 7 augustus 1933:

Met de namiddagtrein zijn Maandag, onder leiding van den heer Swaab de Beer twaalf Nederlandsche renners te Parijs gearriveerd, welke aan de wereldkampioenschappen zullen deelnemen. De renners zijn ingecheckt in een nieuw hotel vlak bij het Parc des Princes en kunnen dinsdag onmiddellijk gaan trainen. De wegrenners blijven in hetzelfde hotel en gaan morgenmiddag naar MontIhéry, op ongeveer 40 kilometer van Parijs gelegen. Heen en terug met een rit op de baan van 12,5 km, betekent dit dus een kleine honderd kilometer als training. Het traject dat verreden zal moeten worden is zeer zwaar, daar de wegrenners een traject van 12,5 km, het circuit van Monthlery, te berijden hebben, waarin zich een heuvel bevindt van ongeveer 300 m lengte, waarvan de laatste 50 m. zeer steil zijn. De beroepsrenners moeten dit traject 20 maal moeten doen. De course zal dus zwaar en tevens snel zijn.

Lees het dagblad “De grondwet”van 08-08-1933

Van de drie Nederlandsche profs, die Nederland vertegenwoordigen op het WK is Mathijs van Oers uit Zevenbergen verreweg de snelste. Joris van den Berg noemt hem een stuk vuurwerk met sprongen en ontploffingen en met een sprint die voor elkeen gevaarlijk is. Welk tempo zij hem ook voorleggen: hij draait het lustig mee. Maar de eerste vraag is, hoe staat hij tegenover de beklimming en ten tweede, zou de afstand hem niet wat lang zijn? Een traject van 250 km is feitelijk 50 km te lang voor hem. Doch een wereldkampioenschap brengt velen tot voorheen nog nimmer bereikte prestaties. In de sprint achten wij onze nationaal kampioen Thijs van Oers zelfs tegen Binda en Hamerlinck opgewassen.

En wat St. Willebrorder Marinus Valentijn betreft, voor hem is het te hopen dat de course hard, afmattend en slopend wordt. Want dan komt Valentijn naar voren, dan is niemand tegen hem opgewassen, dan loopt hij uit en zal hij Nederland tot de overwinning voeren. Wanneer de wedstrijd vlak en snel wordt, zonder alle bovengenoemde bijkomstigheden, dan is onze taaie West-Brabanter niet van de partij. In de sprint zit Valentijn’s zwakke plek. Als hij ook maar een beetje sprinten kon! Hij klimt herhaaldelijk, maar op de berg zal hij toch wel moeten loslaten, want er zitten felle klimmers onder de concurrenten. Maar hij verstaat het ook om snel weer terug te komen.

Gerrit van de Ruit uit Kapelle a.d IJsel is een renner die tussen Thijs van Oers en Marinus Valentijn instaat. Hij is snel en heeft ’n zeker uithoudingsvermogen. Een Nederlandse overwinning durven wij niet te hopen. Wij zullen ruimschoots tevreden zijn als deze jongens op een behoorlijke plaats zullen eindigen.

De Nederlandse ploeg, die aankomt op het circuit van Monthléry, zo’n 40 km van Parijs, om het 12,5 km lange parcours te verkennen van het aanstaande wereldkampioenschap op maandag 14 augustus 1933. Achter in de auto zien we Marinus Valentijn die uiteindelijk met de bronzen medaille op het podium stond naast de nieuwe wereldkampioen Georges Speicher en zilveren Antonin Magne. In het midden Gerrit van Ruit die eindigde op een verdienstelijke 9e plaats. Rechtsachter in de auto “niet bepaald comfortabel” verscholen tussen de koersfietsen de derde Nederlandse deelnemer Thijs van Oers, die in de 8e ronde met pech aan z’n derailleur zou uitvallen. Voorin de auto de Nederlandse begeleiders, met sigaret de voormalig wielerkampioen/verzorger Guus Schilling en ernaast ploegleider/journalist Joris van den Bergh.

Monthléry, donderdag 10 augustus 1933:

In Monthléry blaakte en broeide het die donderdag, de 10e augustus 1933 onder een meedogenloos smorende zon. Het circuit is sinds vandaag opengesteld om het parcours te verkennen. Het felle licht kaatste fel terug van de lichte baan, zodanig dat de ogen pijn deden. Maar de Nederlanders draaiden ondanks de hitte energiek hun rondjes. Daarbij maakte Van Oers de beste indruk. De blonde Brabander is van een taal en energiek slag met telkens opbruisende brillante momenten, een harde rijder, die gestaag zijn rondjes draaide, het peloton de Cote Lapize opsleepte in een verbazingwekkend tempo en geen ontzag voor reputatie heeft. Binda kwam met Bertoni en Van Oers zat onmiddellijk aan het wiel van de Italianen en hield het, ook tegen de Cote Lapize. Ook toen Binda overschakelde en plotseling 25 meter wegschoot. Bij de afdaling had Van Oers er zo’n tempo in, dat de Italianen moesten lossen.

Parcours verkenning op donderdag 11 augustus, de Côte Lapize

 

De Italianen Bertoni en Binda in training op de autodrome

“Maar ik moet een versnellingsapparaat hebben”, zegt Van Oers in zijn smeuig brabants dialect. “Ik kan die Binda zonder versnelling wel enen toer op dien berg bijhouden maar twintig toeren? Dat is me te machtig!”
Het circuit van Monthléry was voor ’t eerst voor de training opengesteld en het waren de Nederlanders die er vandaag ’t drukst gebruik van hebben gemaakt. Zij hadden het ook nodig want hun ergste tegenstanders zullen niet de “grote kanonnen van de weg” zijn maar het gebrek aan ervaring. Ervaring met die helling, een klim zoals die op het 12 km lange WK-circuit: de Cote Lapize.

Ook de spaanse ploeg traint op de autodrome

Het is die Cote Lapize die een versnellingsapparaat op de fiets nodig maakt, de rest van het parcours is niet bijster lastig al zitten er toch wat kleine hellinkjes in. Daar echter kunnen de renners een makkelijkere versnelling kunnen rijden dan op die vermaledijden Cote Lapize. De Nederlandse wegrenners zijn niet gewend te rijden met derailleurs, in eigen land hebben ze deze nooit nodig. Deze onervarenheid zou hun wel eens lelijk parten kunnen spelen. Dit gebrek aan ervaring. Op een dergelijk circuit kwam vandaag bij de training wel duidelijk aan het licht: Moet er niet alsnog een versnellingsapparaat op de fietsen gemonteerd moest worden? En zo ja, welk type?

Dat versnellingsapparaten maandag aanstaande absoluut nodig zijn dat heeft de training van vandaag wel bewezen. En dus zullen zij vandaag of morgenochtend wel op de fiets worden gemonteerd.

Lees dagblad “De courant Het nieuws van den dag” van 08-08-1933

Monthléry, Maandag 14 augustus 1933

Het toeschouwersaantal is aangegroeid tot zeker 80.000 mensen. Een enorme hoeveelheid auto’s staan geparkeerd, terwijl 200 extra-bussen massa’s mensen naar Monthelery vervoerden. Voor de start van de professionals bestaat de meeste belangstelling.

Evenals bij de amateurs stelden uiteindelijk ook bij de beroepsrenners de Italianen hevig teleur. Alleen Alfredo Binda kon zich onder de eerste tien renners rangschikken. Dit nota bene 11 minuten na aankomst van de winnaar. Het succes van de Franse renners was bijzonder groot. Georges Speicher, de winnaar van de Tour de France van dit jaar, legde beslag op de titel van wereldkampioen in de tijd van 7 uur, 8 min. 58.2 sec. met grote voorsprong op de andere deelnemers.

De start van het WK voor beroepsrijders

 

Passage op de Cote Lapize

Doch ook de Nederlandse renners boekten fraaie successen. Marinus Valentijn verbeterde, na vrij goed begin, geleidelijk aan zijn positie. In de 11e ronde naar men weet moesten de profs 20 ronden afleggen van elk 12.5 km, dus 250 km. kwam Valentijn op de tweede plaats te liggen achter Speicher. Dit bleef zo tot op de 14e ronde toen de Fransman Antonin Magne hem inhaalde. Deze liep 40 sec. op hem uit maar in de 18e en 19e ronde waren beiden weer samen.

Op kop Roger Lapebie. Samen met Gerrit van der Ruit en Georges Speicher in de aanval.

In de sprint toonde Magne zich echter de sterkste en met vijf lengten voorsprong bezette hij de 2e plaats met ongeveer 6 minuten achterstand op de winnaar Speicher. Derde werd Valentijn, ’n zeer fraaie prestatie van onze landgenoot, die „sterren” als Binda, Haemerlinck, Schepers, Büchi, Guerra, Bulla, Frantz, Loncke, Lapebie, Geyer, enz. achter zich liet.

Gerrit Van der Ruit, de 2e Nederlandse vertegenwoordiger, hield zich aanvankelijk uitstekend. Tot in de 9e ronde lag hij bij het leidend peloton waarbij Lapebie, Speicher en anderen. Hij eindigde tenslotte op de negende plaats in de zelfden tijd als no. 4, de Belg Haemerlinck.

De Nederlandse wegkampioen Thijs van Oers had met pech te kampen. In de achtste ronde geraakte zijn derailleur defect, zodat hij gedwongen was de strijd te staken. Hij zat toen in het 2e peloton en niet ver van de leiders.

De arrivée van Georges Speicher; in zijn eentje zijn voorsprong tot dik 5 minuten uitgebouwd.

Wat tenslotte de koers van Speicher aangaat, aangemoedigd door de tienduizenden koerste hij voor een groot deel van den afstand alleen over de weg. Hij vergrootte steeds meer zijn voorsprong en won op magnifieke wijze. Zoals van Jaap van Egmond beslag legde op de Olympische titel en eerder deze week de wereldtitel, zo won Georges Speicher de twee belangrijkste titels der beroepsrenners, n.l. winnaar van de Tour de France en wereldkampioen. Het behoeft geen verwondering te wekken dat het gejubel der toeschouwers geen grenzen kende.

Maar ook in liet Nederlandse kamp was gelukkig met de fraaie resultaten van Valentijn en v.d. Ruit. Geen wonder, men had de Fransen laten zien, dat de Nederlandse wegrenners tegen de sterkste wereldklasse waren opgewassen, dat onderscheidene sterren moesten buigen voor Valentijn. Wellicht is thans de mogelijkheid aanwezig, dat Nederland in de volgende Tour de France kan uitkomen. Het woord is thans aan de Franse organisatoren.

De uitslag van de wegwedstrijd der profs luidde:

1 George Speicher (Frankrijk) tijd 7 uur 8 min. 58.2 sec.
2 Antonin Magne (Frankrijk) op 5 min. 3 sec.
3 Marinus Valentijn (Nederland) op vijf lengten.
4 Fred Hamerlinck (België) op 11 min. 3 sec.
5 Alfons Schepers (België) zelfde tijd.
6 Alfredo Binda (Italië) zelfde tijd.
7 Mariano Cañardo (Spanje) zelfde tijd.
8 Alfred Büchi (Zwitserland) zelfde tijd.
9 Gerrit van der Ruit (Nederland) zelfde tijd.
10 Ludwig Geyer (Duitsland) zelfde tijd.
11 Josy Kraus (luxemburg) op 18 min. 2 sec.
12 Karl Thallinger ( Oostenrijk) op 21 min.
13 Antonio Escuriet (Spanje) zelfde tijd

Mathijs van Oers (Nederland) opgegeven, Roger Lapebie, de bekende Franse renner moest wegens een val in de 16e ronde de strijd staken.

Aan de micro de nieuwe wereldkampioen Georges Speicher en zijn ploegmaat Antonin Magne die het zilver opeiste, ook Marinus Valentijn zal aansluitend geinterviewd worden.

De microfoon wordt intussen gereed gezet voor Georges Speicher en Antonin Magne. Voor Marinus Valentijn, die toch een gelijke prestatie heeft verricht, schijnt de spreker het niet nodig te vinden, maar enthousiaste Fransen willen de Brabander, die nog steeds niet helemaal 100 procent is, ook voor de microfoon hebben. En wanneer het gevoelige voorwerp voor Valentijn wordt geplaatst zegt hij heel treffende woorden. Geen grote woorden aan landgenoten of supporters: “Ik ben blij, dat ik gewonnen heb, of iets dergelijks”. Neen, Valentijn zegt, nadat hij Gerard Leene, die bij hem staat, vraagt of zijn vrouw, die hij aan de radio weet, hem horen kan: “Vrouw, vrouw, ik ben derde geworden in het wereldkampioenschap. Hoor je me, vrouw, derde. Zeg het ook aan de kinderen en aan moeder. Ik kom morgenavond thuis. De groeten aan alle Brabanders en sportvrienden”. En wanneer de microfoon wordt weggetrokken, schreeuwt Valentijn er nog eens in: “Nou, vrouw, tot morgenavond”. De speaker verzoekt Gerard Leene het gesprokene te vertalen, en die vermomt de speech van Valentijn heel netjes als een groet aan Nederland en de Nederlandse sportvrienden.

Lees “De Volkskrant”van 16-08-1933

 

Lees “Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij” 15-08-1933

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *